Wees dan waakzaam

In Mattheüs 25 vinden we de gelijkenis van de wijze en de dwaze meisjes. In het beginvers wordt duidelijk dat dit over het Koninkrijk gaat. Jesjoea besluit met de oproep “Wees dan waakzaam” (vers 13). Wat bedoelt Jesjoea hiermee, in de context van het Koninkrijk? Dit wordt duidelijker in het laatste deel van het vorige hoofdstuk dat, met gebruik van het woord ‘dan’ in Mattheüs 25:1, bij deze gelijkenis wordt getrokken. In dit stuk komt de oproep tot waakzaamheid nog eens twee keer voor.

“Maar weet dit, dat als de heer des huizes geweten had in welke nachtwake de dief komen zou, hij waakzaam geweest zou zijn, en niet in zijn huis zou hebben laten inbreken.” Mattheüs 24:43

Hoewel het bewaken van je letterlijke huis zodat dieven niet zullen inbreken natuurlijk een verstandig advies is, gaat de oproep van Jesjoea verder dan dat. De geestelijke betekenis van huis verwijst naar ons denken en hart. Dat is bijvoorbeeld af te leiden uit de instructie van het verwijderen van gist (zonde, leugens en dwalingen) uit het huis (denken, hart) tijdens Pesach (Exodus 12:15), en de reiniging van de tempel (het huis van God) door Jesjoea in Mattheüs 21:12-13. En met het Koninkrijk binnenin ons (Lukas 17:20) verwijst Jesjoea naar ons denken en hart. Het is dat Koninkrijk dat we volgens Mattheüs 6:33 moeten zoeken, in plaats van ons druk te maken over eten, drinken of waar we ons mee kleden.

Jesjoea roept ons in de gelijkenis van de wijze en de dwaze meisjes – en het stuk ervoor – dus op om waakzaam te zijn in ons denken en hart. Hoe kunnen we dat doen? In Spreuken 4:23 staat:

“Bescherm je hart boven alles wat te behoeden is, want daaruit zijn de uitingen van het leven.”

Spreuken 4 gaat over het vasthouden van woorden van wijsheid (waarheid) in ons hart (vers 4, 5, 21) en het verwijderen van bedrog (vers 24) en het kwade (vers 27), dat verwijs naar leugens en dwalingen. En die twee zijn zodanig met elkaar verbonden, dat als we Zijn waarheid in ons hart en denken houden dit de leugens en dwalingen uit ons hart en denken verwijdert.

Terug naar Mattheüs 24. In vers 45 staat:

“Wie is dan de trouwe en verstandige dienaar, die zijn heer over zijn personeel aangesteld heeft om hun het voedsel op de juiste tijd te geven?”

Ook voedsel heeft een geestelijke betekenis, het verwijst naar waar we ons hart en denken mee voeden. Om de trouwe en verstandige dienaar te zijn die geestelijk voedsel geeft op de juiste tijd, moeten we eerst zelf dit geestelijk voedsel in ons hart en denken hebben. Dit geestelijk voedsel is Zijn wijsheid en waarheid, en niet het ‘brood van goddeloosheid’ uit Spreuken 4:17.

Met waakzaam zijn bedoelt Jesjoea dus dat we ervoor waken wat in we in ons hart en denken toelaten. Waar vullen we ons hart en denken mee? Is het Zijn waarheid, of zijn het leugens en dwalingen? Wat laten we in ons ‘huis’ inbreken? En welk geestelijk voedsel ‘eten’ we?

Je bent wat je eet…?

Je bent wat je eet: klinkt als een Bijbels principe. Hoe zit dat?

Er is een overvloed aan voedsel voor de meeste mensen aan deze rijke kant van de wereld. Zo’n overvloed dat we er ziek van kunnen worden (obesitas, diabetes, hart- en vaatziekten). Maar hoe groot het aanbod ook is, het is aan ons de keus en verantwoordelijkheid wat we daarvan eten. Iemand kan jou verleidelijke lekkernijen aanbieden, maar het is aan jou of je ze in je mond stopt.

Er is ook overvloed aan geestelijk voedsel in deze wereld. Ook deze overvloed kan ons ziek maken, als we ongezond geestelijk voedsel eten. Ook ongezond geestelijk voedsel kan hartziekte veroorzaken; het kan ons hart en denken ziek maken. Ook hier geldt: hoe groot het aanbod aan voedsel voor ons denken ook is, het is aan jou en mij de keus en verantwoordelijkheid om wel of niet te ‘eten’ van wat ons aan geestelijk voedsel wordt voorgeschoteld.

Hoe maken we daarin de keus? Paulus geeft in Filippenzen aanwijzingen voor wat we zouden moeten ‘eten’ (bedenken):

“Verder, broeders, al wat waar is, al wat eerbaar is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat lieflijk is, al wat welluidend is, als er enige deugd is en als er iets prijzenswaardigs is, bedenk dat.” Filippenzen 4:8

Al wat waar is, al wat rein is…. Wat is waar? Zijn Woord is waarheid (Johannes 17:17). In dit blog lees je meer over Waarheid. Wat is rein? In dit blog lees je over rein en onrein denken.

Je bent wat je eet: hoe zit dat dus? Het idee hierachter is dat wat je eet invloed heeft op hoe je eruit ziet en hoe je je voelt. En dat werkt net zo goed met geestelijk voedsel. Wat je als waarheid aanneemt, daar ga je naar leven (Spreuken 4:23). Wat je als leugen inneemt ook. Kies dus wijs, en eet bewust.

“Ik ben het Brood des levens. Uw vaderen hebben het manna gegeten in de woestijn en zij zijn gestorven. Dit is het brood dat uit de hemel neerdaalt, opdat de mens daarvan eet en niet sterft. Ik ben het levende brood, dat uit de hemel neergedaald is; als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid.” Johannes 6:48-51

Zijn Geest en het ‘huis’ dat komt

Toen sprak die Man tot mij: Mensenkind, zie met uw ogen, luister met uw oren, en neem alles wat Ik u zal laten zien, ter harte. U bent namelijk hierheen gebracht, opdat Ik u dit zou laten zien. Maak alles wat u ziet, aan het huis van Israël bekend.” Ezechiël 40:4

Soms kom je op bijzondere ontdekkingen als je Zijn Woord bestudeert in de oorspronkelijke, Hebreeuwse taal. Dingen die je niet ziet als je een vertaling leest. Toen ik laatst een studie maakte, naar aanleiding van een vraag die ik ontving over de Heilige Geest, viel mij op dat het Hebreeuwse woord voor Geest (roeach) op zes plekken in de Bijbel wordt vertaald met zijde (KJV). Waarvan vijf in één hoofdstuk te vinden zijn: Ezechiël 42. Ezechiël 42 is onderdeel van een visioen dat Ezechiël ontving, met een uitgebreide beschrijving van een ‘huis’ (Ezechiël 40:5). Dit visioen begint in Ezechiël 40, en is gericht aan het ‘huis’ van Israël (vers 4). In de beschrijving van dit ‘huis’ wordt duidelijk dat het om een tempel (‘huis’ van JHWH) gaat, een tempel die fysiek (nog) niet gebouwd is. Het Hebreeuwse woord roeach wordt in de beschrijving van dit ‘huis’ vijf keer gebruikt, in de verzen 16-20, en vertaald met ‘zijde’.

Bij een oppervlakkige lezing van dit visioen van Ezechiël lijkt het te gaan om verschillende zijden van de tempel. Maar het gebruik van roeach (Geest) valt op in dit gedeelte. In de beschrijving van de tabernakel en de tempels die in de geschiedenis gebouwd en vernietigd zijn, komt roeach niet op deze manier voor. Het wordt alleen gebruikt in de beschrijving van een ‘huis’ dat er nog niet is. Het lijkt erop dat de Man van wie Ezechiël dit visioen krijgt (Ezechiël 40:3), wil zeggen dat Zijn Geest nadrukkelijk verbonden is met Zijn ‘huis’ dat nog moet komen.

Als we weten dat ‘huis’ in de Bijbel verwijst naar het denken (het menselijk denken en Zijn denken), dan wordt het gebruik van roeach in dit gedeelte begrijpelijker en interessant. Eerdere tempels die zijn gebouwd, zijn vernietigd vanwege onreinheid (leugens en dwalingen) die daarbinnen werd gebracht. Dat is ook de diepere geestelijke betekenis van het (beeldend) onderwijs van Jesjoea van de tempelreiniging (Mattheüs 21:12-13). Het Hebreeuwse woord roeach in de beschrijving van Zijn ‘huis’ dat nog komt, lijkt dan te betekenen dat Zijn boodschap aan ons ‘huis’ (denken) is, dat Zijn ‘huis’ (denken) alleen door Zijn Geest binnen ons bereik komt. Zijn Geest van waarheid (Johannes 14:17), die stuk voor stuk al onze leugens en dwalingen uit ons denken (huis) verwijdert, zodat we meer en meer gaan lijken op Zijn beeld (2 Korinthe 3:18) en Zijn gedachten (huis) onze gedachten (huis) zijn geworden (Jesaja 55:8).

Deze diepere boodschap in de tekst merk je niet op als je een vertaling leest. Dat wil niet zeggen dat je deze boodschap mist als je Zijn Woord niet leest in de oorspronkelijke Hebreeuwse taal. Dat ons denken alleen kan veranderen naar Zijn beeld door Zijn Geest van waarheid, wordt zichtbaar door Zijn hele Woord. En soms wat meer verborgen. Je hoeft geen Hebreeuws te kennen om dit te onderzoeken, als je Strong-nummers gebruikt bij het studeren dan kom je een heel eind. Hoe je dat doet, leg ik stap voor stap uit in mijn boek.

– – –

In de afgelopen tijd heb ik talloze blogs op deze website geplaatst, waarin ik de diepere betekenis van Bijbelse begrippen en gelijkenissen uitleg. Om te voorkomen dat blogs te lang worden herhaal ik de uitleg van gebruikte begrippen en gelijkenissen niet steeds, maar verwijs ik naar andere blogs waar de lezer de onderbouwing kan vinden. Naarmate het aantal blogs op de website groeit, worden de verwijzingen steeds meer. Daarom verwijs ik de lezer voortaan graag naar de zoekfunctie op deze website, waarmee alle blogs te vinden zijn waar ik de betreffende begrippen of gelijkenissen gebruik. Vooral in de oudere blogs zijn uitgebreidere onderbouwingen te vinden. De meest uitgebreide onderbouwing vindt de lezer in mijn boek, die als download gratis beschikbaar is.

De rib uit de man tot vrouw gemaakt

Ik ontving een vraag over de rib van de man, die uit hem werd genomen en JHWH tot vrouw bouwde en haar bij de man bracht (Gen. 2:22). Wat is de geestelijke betekenis van deze ‘rib’?

Bedenk dat we de geestelijke betekenis van de letterlijke tekst bestuderen, man en vrouw worden hierbij niet letterlijk/fysiek opgevat maar als symbolen die verwijzen naar een diepere geestelijke betekenis.

Het Hebreeuwse woord dat in deze tekst met rib wordt vertaald is צֵלָע (tsela, Strong 6763). Als we het patroon van dit woord in de Bijbel bestuderen, dan valt op dat dit woord vooral wordt gebruikt in de beschrijvingen van de bouw van de ark van het verbond (Exodus 25), de tabernakel (Exodus 26, 36) en de tempel (1 Koningen 6, Ezechiël 46). En deze verwijzen allemaal naar het denken/hart. In de ark van het verbond lag de Torah rol, symbool van Zijn Torah in ons denken en hart (Exodus 6:6, 8, Jeremia 31:33).

Hieruit kunnen we concluderen dat JHWH de vrouw maakte uit het denken/hart van de man. De vrouw is naar het hart van de man, zoals David een man naar Zijn hart was (1 Sam. 13:14, Hand. 13:33). Het hart en denken van man en vrouw zijn één, zij zijn één, אֶחָד (echad) (Gen. 2:24, Efe 5:31). “Hij bracht haar bij Adam” (Gen. 2:22) (אָדָם (adam, Strong 120) is Hebreeuws voor man, of mens, in veel andere Bijbelteksten ook op die manier vertaald). Dit is een beeld van de Eenwording van de 100-voud: één in denken en hart met JHWH en met elkaar. In Efeze 5:32 noemt Paulus dit een groot geheimenis: beeld van Messias en de קהל (kahel, Strong 6951) die één worden. Kahel wordt vertaald met menigte of gemeente, en wordt voor het eerst gebruikt in Genesis 28:3 voor de menigte (kahel) van volken die Jakob (Israël) werd beloofd (opnieuw in Genesis 35:11). Het is een beeld van de Bruiloft van het Lam (let op de menigte in vers 6): “En ik hoorde zoiets als een geluid van een grote menigte en als een gedruis van vele wateren en een geluid als van zware donderslagen: Halleluja, want de Heere, de almachtige God, is Koning geworden. Laten wij blij zijn en ons verheugen en Hem de heerlijkheid geven, want de bruiloft van het Lam is gekomen en Zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt.” Openbaring 19:6-7

Terug naar Genesis 2: “Het is niet goed dat de mens alleen is” (vers 18). De Griekse filosoof Aristoteles heeft ooit gezegd: ‘het geheel is meer dan de som der delen’. Hij moet deze wijsheid uit de Bijbel hebben gehaald: één plus één is meer dan twee, het is een eenheid: eenwording.

– – –

In de afgelopen tijd heb ik talloze blogs op deze website geplaatst, waarin ik de diepere betekenis van Bijbelse begrippen en gelijkenissen uitleg. Om te voorkomen dat blogs te lang worden herhaal ik de uitleg van gebruikte begrippen en gelijkenissen niet steeds, maar verwijs ik naar andere blogs waar de lezer de onderbouwing kan vinden. Naarmate het aantal blogs op de website groeit, worden de verwijzingen steeds meer. Daarom verwijs ik de lezer voortaan graag naar de zoekfunctie op deze website, waarmee alle blogs te vinden zijn waar ik de betreffende begrippen of gelijkenissen gebruik. Vooral in de oudere blogs zijn uitgebreidere onderbouwingen te vinden. De meest uitgebreide onderbouwing vindt de lezer in mijn boek, die als download gratis beschikbaar is.

Aardse gedachten

“Hun einde is het verderf (…) zij bedenken aardse dingen. (…) Verder, broeders, al wat waar is, al wat eerbaar is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat lieflijk is, al wat welluidend is, als er enige deugd is en als er iets prijzenswaardigs is, bedenk dat.” Filippenzen 3:18, 4:8

In Efeze 4 wijst Paulus ons op de noodzaak van het vernieuwen van de geest van ons denken. In zijn brief aan de Filippenzen waarschuwt hij tegen het bedenken van aardse dingen en schrijft hij ook welke dingen we zouden moeten bedenken. Welke gedachten bedenk jij? Welke gedachten laat jij binnendringen in je denken? Wat is de uitkomst, als jij jouw gedachten langs deze checklist van Paulus legt? Misschien zijn ze wel waar, maar zijn ze ook lieflijk? Misschien zijn ze wel rechtvaardig, maar zijn ze ook prijzenswaardig? Kortom: zijn ze waar, en eerbaar, en rechtvaardig, en rein, en lieflijk, en welluidend, en deugdelijk, en prijzenswaardig? Laat tot je doordringen dat aardse gedachten verderf zijn. En bedenk dan eens, wat je zou willen bedenken.

Slaaf van de zonde

“Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand Mijn woord in acht genomen heeft, zal hij beslist de dood niet zien tot in eeuwigheid.” Johannes 8:51

Jesjoea spreekt deze woorden tijdens een pittige woordenwisseling met Zijn volksgenoten, die uitliep op een poging om Hem te stenigen (vers 59). Ze begrepen Zijn uitspraak niet, omdat ze niet verder keken dan de letterlijke betekenis van wat Hij zei (vers 52-53). Wat bedoelde Jesjoea?

We zien dit terug in Romeinen 6, waar Paulus schrijft over slaaf zijn van de zonde, of van de gerechtigheid. Paulus schrijft in vers 17 en 18 dat we zijn vrijgemaakt van de zonde, door gehoorzaamheid aan de leer die hij bracht. En Paulus bracht de leer van Zijn waarheid. Paulus besluit met: “Want het loon van de zonde is de dood” (vers 23). Maar, zegt Jesjoea, als we Zijn woord (Zijn waarheid) in acht nemen, dan zullen we de dood niet zien.

Slaaf zijn van de zonde is slaaf zijn van leugens en dwalingen. Zonde is namelijk ten diepste de leugens en dwalingen in ons denken en hart (gedachtespinsels van ons hart), zo lezen we in Genesis 6:5 waar de reden van de zondvloed wordt genoemd. Ook in Johannes 8 wordt de vergelijking gemaakt met slavernij. Als Jesjoea zegt dat de waarheid van Zijn Woord vrijmaakt, dan reageren Zijn volksgenoten: we zijn nooit slaaf van iemand geweest, hoe kunt U dit dan zeggen (vers 33)? Jesjoea legt uit dat Hij dit geestelijk bedoelt: als je zonde doet, dan ben je slaaf van de zonde (vers 34). Als Hij dit geestelijk bedoelt, hoe zou Hij dan de dood in vers 51 geestelijk bedoelen?

In Johannes 8:31-32 zegt Jesjoea dat Zijn Woord, Zijn waarheid, ons vrijmaakt. Psalm 119:25 zegt dat Zijn Woord ons levend maakt. Het inzicht dat Zijn waarheid brengt, maakt dat we (geestelijk) zullen leven (vers 144). Psalm 119 gaat over de vreugde over Zijn wet. Het woord dat in onze Nederlandse vertalingen met ‘wet’ is vertaald, is het Hebreeuwse woord torah. Het woord ‘wet’ heeft voor ons vaak een negatieve bijklank. Torah betekent echter instructie, onderwijs. Zijn Torah is Zijn waarheid, waardoor we zullen leven. Het woord ‘leven’ komt maar liefst zeventien keer voor in deze psalm.

In deze tijd vinden, net zoals in de tijd van Jesjoea, soms pittige woordenwisselingen plaats over vrijheid en geen slaaf willen zijn van letterlijke, zichtbare zaken, die het wereldse koninkrijk betreffen. Zonder daar een standpunt over in te nemen, wil ik de aandacht richten naar het Koninkrijk waar Jesjoea het altijd over had: Zijn Koninkrijk. En dat Koninkrijk is binnen in ons (Lukas 17:21), in ons denken en hart. Het zijn immers de dingen van Hem die eeuwig zijn, maar die we niet zien; de tijdelijke dingen, die we zien, gaan voorbij (2 Korinthe 4:18). Misschien is jouw focus verschoven, door alles wat er in de zichtbare wereld om je heen gebeurt. Het kan ook zijn dat je nu pas goed beseft hoe belangrijk het is om je focus op Hem te houden. In hoeverre ben jij nog slaaf van de zonde (leugens en dwalingen) in jouw hart en denken? Jesjoea zegt in Johannes 8:37 dat als je in jouw hart en denken geen plaats maakt voor de waarheid van Zijn Woord, dat je Hem dan probeert te doden. Je doodt dan de werking van Zijn waarheid in jou. Welke dingen laat jij binnen in jouw hart en denken? Wat lees je, waar luister je naar, waar kijk je naar? Welke woorden spreek je, of schrijf je? Als Hij in jouw ‘huis’ (hart en denken) is (Johannes 8:35) dan ben je geen slaaf meer, maar dan ben je vrij door Zijn waarheid en zul je de dood niet zien. Ongeacht wat er om je heen gebeurt in de fysieke wereld, in het wereldse koninkrijk.

– – –

In de afgelopen tijd heb ik talloze blogs op deze website geplaatst, waarin ik de diepere betekenis van Bijbelse begrippen en gelijkenissen uitleg. Om te voorkomen dat blogs te lang worden herhaal ik de uitleg van gebruikte begrippen en gelijkenissen niet steeds, maar verwijs ik naar andere blogs waar de lezer de onderbouwing kan vinden. Naarmate het aantal blogs op de website groeit, worden de verwijzingen steeds meer. Daarom verwijs ik de lezer voortaan graag naar de zoekfunctie op deze website, waarmee alle blogs te vinden zijn waar ik de betreffende begrippen of gelijkenissen gebruik. Vooral in de oudere blogs zijn uitgebreidere onderbouwingen te vinden. De meest uitgebreide onderbouwing vindt de lezer in mijn boek, die als download gratis beschikbaar is.

In het begin (Beresjiet)

“Maar ik vrees dat, zoals de slang met zijn sluwheid Eva verleid heeft, zo misschien ook uw gedachten bedorven worden, weg van de eenvoud die in Christus is.” 2 Korinthe 11:3

In de parasjalezingen* zijn we deze week weer terug bij het begin. De torahlezing van deze week is Beresjiet (‘in het begin’), waarbij de eerste hoofdstukken van Genesis worden gelezen. In bovenstaande tekst waarschuwt Paulus voor onze gedachten en hij wijst hierbij terug naar het begin, naar onze voorouders in de Hof. In de geschiedenis van de zondeval, zoals deze voor ons is opgetekend in Genesis 3, is op het eerste oog wellicht niet duidelijk dat de zondeval om onze gedachten draait. Als we dit stuk alleen letterlijk lezen, dan missen we de geestelijke diepte die Zijn Woord ons wil onderwijzen.

“Maar God weet dat, op de dag dat u daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden en dat u als God zult zijn, goed en kwaad kennend. En de vrouw zag dat die boom goed was om ervan te eten en dat hij een lust was voor het oog, ja, een boom die begerenswaardig was om er verstandig door te worden; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en hij at ervan. Toen werden de ogen van beiden geopend en zij merkten dat zij naakt waren.” Genesis 3:5-7

Letterlijk gaat het hier om geopende ogen, die kunnen zien. De vrouw ‘zag’ dat de boom goed was om ervan te eten, dat hij een lust was voor het ‘oog’. Het gevolg van het eten van de boom was dat de ‘ogen van beiden geopend’ werden. Er staat ook dat de vrouw begeerde erdoor ‘verstandig’ te worden, en dat het eten van de boom zou leiden tot het ‘kennen’ van goed en kwaad. Het gaat dus ten diepste over het verstand, over het denken. En dat is waarom Paulus deze geschiedenis gebruikt om ons te waarschuwen voor onze gedachten. Zien betekent in de Bijbel niet alleen letterlijk zien met onze fysieke ogen, het betekent geestelijk zien en begrijpen.

“Daarom spreek Ik tot hen door gelijkenissen, omdat zij niet zien, ook al zien zij, en niet horen, ook al horen zij, en ook niet begrijpen.” Mattheüs 13:13

Wat de mens ging ‘zien’ door het eten van de boom was de ‘wijsheid’ van de wereld, die dwaasheid is (1 Korinthe 3:19). Door het eten van de boom, leverde de mens de Wijsheid van JHWH (Spreuken 8), die Leven geeft (Spreuken 8:35), in voor de wijsheid (goed en kwaad) van de wereld. De mens leverde de Waarheid in voor leugens en dwalingen van de wereld.

Voor de zondeval was het leven met JHWH eenvoudig. De mens wandelde met Hem in de Hof, en hoewel zij naakt waren voelden ze geen noodzaak om zich voor Hem te verbergen (Genesis 3:8-10). Toen de kennis van goed en kwaad, de wijsheid van de wereld, in het denken van de mens kwam, werd het leven gecompliceerd. Het zijn de leugens en dwalingen van de wereld, die ons leven moeilijk maken. Maar Paulus schrijft in 2 Korinthe 11:3 dat die eenvoud in ons denken er nog steeds is, die is er in Jesjoea de Messias. In het Woord dat Leven is, dat in de wereld gekomen is maar door de wereld niet is gekend, dat vol is van Waarheid (Johannes 1:1-14). Als we onze gedachten niet laten ‘bederven’ door de wijsheid van de wereld, niet door het kwade van de wereld maar ook niet door het goede van de wereld, dan komen we weer in die eenvoud die er in Hem is. Dan wandelen we weer met Hem, en voelen we ons niet langer genoodzaakt om ons te verbergen. Zijn waarheid is waarin we horen te zijn, waarin we horen te wandelen. Wel in de wereld, niet van de wereld.

“Zij zijn niet van de wereld, zoals Ik niet van de wereld ben. Heilig hen door Uw waarheid; Uw woord is de waarheid.” Johannes 17:16-17

Waar ben jij (Genesis 3:9)? Wie regeert in jouw gedachten?

* De parasja is het traditionele Bijbelleesrooster, dat wekelijks door Joden, Messiaanse Joden en andere sjabbatvierenden wordt gelezen.

– – –

In de afgelopen tijd heb ik talloze blogs op deze website geplaatst, waarin ik de diepere betekenis van Bijbelse begrippen en gelijkenissen uitleg. Om te voorkomen dat blogs te lang worden herhaal ik de uitleg van gebruikte begrippen en gelijkenissen niet steeds, maar verwijs ik naar andere blogs waar de lezer de onderbouwing kan vinden. Naarmate het aantal blogs op de website groeit, worden de verwijzingen steeds meer. Daarom verwijs ik de lezer voortaan graag naar de zoekfunctie op deze website, waarmee alle blogs te vinden zijn waar ik de betreffende begrippen of gelijkenissen gebruik. Vooral in de oudere blogs zijn uitgebreidere onderbouwingen te vinden. De meest uitgebreide onderbouwing vindt de lezer in mijn boek, die als download gratis beschikbaar is.

Hij zal onze zonde onderwerpen

“Hij zal Zich weer over ons ontfermen, Hij zal onze ongerechtigheden vertrappen” Micha 7:19

Het Hebreeuwse woord dat in deze tekst wordt vertaald met vertrappen is kabasj (strong 3533). Op andere plekken in de Bijbel wordt dit woord gebruikt in de context van onderwerping, en wordt het ook vertaald met onderwerpen. Het gaat dan om het onderwerpen van aarde of land (zie Genesis 1:28, Numeri 32:29, 32, Jozua 18:1 en 1 Kronieken 22:18) of om het onderwerpen als slaven (zie 2 Kronieken 28:10, Nehemia 5:5 en Jeremia 34:11, 16).

In Kolossenzen 3:1-2 wordt het denken van de aarde tegenover het denken van boven gezet: “Als u nu met Christus opgewekt bent, zoek dan de dingen die boven zijn, waar Christus is, Die aan de rechterhand van God zit. Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn.” Zie ook 1 Korinthe 15:47-53, Johannes 8:23, Jakobus 1:17 en Johannes 3:12, 31. Genesis 6:5 laat ons zien dat zonde ten diepste in ons denken en hart zit (de gedachtespinsels van ons hart, die reden waren van de zondvloed). Als aarde (of land) wordt onderworpen, wordt dus verwezen naar het onderwerpen (of vertrappen) van de ‘gedachtespinsels’ van Genesis 6:5: de leugens en dwalingen in ons denken. Of zoals Paulus het noemt in 1 Korinthe 3:19: de ‘wijsheid’ van de wereld. En dit is wat we lezen in Micha 7:19.

Ook slaven verwijst naar zonde (leugens en dwalingen in ons denken). In Johannes 8:34 zegt Jesjoea: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ieder die de zonde doet, is een slaaf van de zonde.”

En ook Paulus schrijft hierover in Romeinen 6. Een aantal verzen:
“Dit weten wij toch, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde tenietgedaan zou worden en wij niet meer als slaaf de zonde zouden dienen. (…)
Laat de zonde dan niet in uw sterfelijk lichaam regeren om aan de begeerten daarvan te gehoorzamen. (…)
En stel uw leden niet ter beschikking aan de zonde als wapens van ongerechtigheid, maar stel uzelf ter beschikking aan God, als mensen die uit de doden levend geworden zijn. En laat uw leden wapens van gerechtigheid zijn voor God. (…)
Weet u niet dat aan wie u uzelf als slaaf ter beschikking stelt tot gehoorzaamheid, u slaaf bent van wie u gehoorzaamt: óf van de zonde, tot de dood, óf van de gehoorzaamheid, tot gerechtigheid?”
Romeinen 6:6, 12, 13, 16

Paulus schrijft dat onze oude mens met Hem gekruisigd is en we niet meer als slaaf de zonde zouden dienen (vers 6). Dat is niet iets waarvoor we achterover kunnen leunen. Paulus roept namelijk gelovigen (de ‘heiligen in Rome’, Romeinen 1:7) op om de zonde niet te laten regeren (vers 12) en om slaaf te worden van de gehoorzaamheid aan God, tot gerechtigheid (vers 13 en 16). Gerechtigheid staat tegenover de ongerechtigheid die in Micha 7:19 door Hem zal worden vertrapt (onderworpen). Paulus maakt dus duidelijk dat, hoewel onze oude mens met Hem gekruisigd is, het toch mogelijk is om slaaf van de zonde te blijven. Slaaf dus van leugens en dwalingen in ons denken. We kunnen niet achterover leunen, we moeten er iets voor doen.

De oude mens waar Paulus in Romeinen 6 over schrijft, komt terug in zijn brief aan Efeze:
“namelijk dat u, wat betreft de vroegere levenswandel, de oude mens aflegt, die te gronde gaat door de misleidende begeerten, en dat u vernieuwd wordt in de geest van uw denken, en u bekleedt met de nieuwe mens, die overeenkomstig het beeld van God geschapen is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid. Leg daarom de leugen af en spreek de waarheid” Efeze 4:22-25

Het afleggen van de oude mens (vers 22 en 25) en bekleden met de nieuwe mens (vers 24) wordt ook hier weer beschreven als een handelen, ook hier dus niet iets waarvoor we achterover kunnen leunen. En ook hier wordt weer duidelijk dat het gaat om ons denken (vers 23) en waarheid tegenover leugen (vers 25).

Waarom staat dan in Micha 7:19 dat Híj onze ongerechtigheden zal vertrappen? En ook in Efeze 4:23 staat dat we vernieuwd zullen wórden in ons denken. Dat is niet geformuleerd als handelen. In deze verzen staat wat het gevolg is als we de oude mens afleggen, ons met de nieuwe mens bekleden, gehoorzaam zijn aan God: Hij zal onze ongerechtigheden (leugens en dwalingen) vertrappen, en ons denken zal worden vernieuwd. Ook hier gaat het weer om ons denken. God reinigt en bevrijdt ons denken door de waarheid van Zijn Woord (Efeze 5:26, Johannes 8:31-32, Efeze 4:21). Ons aandeel is ons denken te vullen met Zijn waarheid, en dan zal Hij onze ongerechtigheden (leugens en dwalingen) onderwerpen en ons denken vernieuwen.

– – –

In de afgelopen tijd heb ik talloze blogs op deze website geplaatst, waarin ik de diepere betekenis van Bijbelse begrippen en gelijkenissen uitleg. Om te voorkomen dat blogs te lang worden herhaal ik de uitleg van gebruikte begrippen en gelijkenissen niet steeds, maar verwijs ik naar andere blogs waar de lezer de onderbouwing kan vinden. Naarmate het aantal blogs op de website groeit, worden de verwijzingen steeds meer. Daarom verwijs ik de lezer voortaan graag naar de zoekfunctie op deze website, waarmee alle blogs te vinden zijn waar ik de betreffende begrippen of gelijkenissen gebruik. Vooral in de oudere blogs zijn uitgebreidere onderbouwingen te vinden. De meest uitgebreide onderbouwing vindt de lezer in mijn boek, die als download gratis beschikbaar is.

Grote verwarring en verdrukking

“Laat het horen in de paleizen in Asdod en in de paleizen in het land Egypte, en zeg: Verzamel u op de bergen van Samaria, en zie de grote verwarring in het midden daarvan en alle verdrukking daarbinnen. Want zij weten niet te doen wat recht is, spreekt de HEERE, zij die geweld en verwoesting in hun paleizen opslaan.” Amos 3:9-10

Paleizen, huizen en andere woon- of verblijfplaatsen verwijzen in de Bijbel naar ons denken. Asdod, Egypte en Samaria worden in de Bijbel verbonden met afgoderij. In Asdod werd de afgod Dagon aanbeden (1 Samuël 5:3). In Samaria werd aan afgoden geofferd (1 Koningen 13:32, 16:32). En Egypte kende talloze afgoden, die door de tien plagen werden uitgedaagd waardoor hun krachteloosheid aan (of in) het licht kwam (Exodus 12:12). Afgoderij verwijst in de Bijbel naar leugens en dwalingen in ons denken en hart. In Egypte waren de Israëlieten vervallen in afgoderij. In de woestijntijd zuiverde JHWH het hart en denken van de Israëlieten, door keer op keer te laten zien Wie Hij Is (Exodus 3:14). Door op die manier Zijn waarheid aan hen bekend te maken. Zijn waarheid verdrijft leugens en dwalingen (afgoderij) in ons denken en hart. Na de fysieke bevrijding uit Egypte, was het denken en hart van de Israëlieten nog niet direct bevrijd. De Israëlieten wilden nog regelmatig naar Egypte terug (Numeri 11:5, 2 Koningen 18). Hoe snel vervallen wij weer in leugens en dwalingen?

We zien pas echt de invloed van leugens en dwalingen in het denken en hart, als we op de bergen zijn. Bergen verwijzen in de Bijbel naar het 100-voudig denken (Mattheüs 13), het denken dat in overeenstemming is met Zijn gedachten (Jesaja 55:8), waarin we lijken we op Jesjoea (2 Korinthe 3:18) Die één was met de Vader (Johannes 5:19, 30, 17:22). Het is naar deze bergen waarheen we moeten vluchten, weg van de gruwel der verwoesting (Mattheüs 14:15-16). Weg van ‘zij die geweld en verwoesting in hun paleizen [denken] opslaan’ (Amos 3:10). Op de bergen zien we vanuit een ander perspectief, Zijn perspectief. Dan gaan we zien op de dingen die men niet ziet en die eeuwig zijn, in plaats van de dingen van deze wereld die tijdelijk zijn (2 Korinthe 4:18). Dan laten we ons denken niet langer verwoesten door de gruwel van leugens en dwalingen van deze wereld.

Deze tekst uit Amos is dus verbonden met Matthëus 14. Beide teksten roepen ons op om naar de geestelijke 100-voudige bergen te gaan, dat is: te groeien naar het denken en hart van JHWH. Dan pas zien we de verwarring, verdrukking en verwoesting die leugens en dwalingen brengen. In ons denken en hart, en vanuit ons denken en hart in de handelingen die we doen. Want met leugens en dwalingen in ons denken en hart weten we ‘niet te doen wat recht is’ (Amos 3:10). Omdat we geweld en verwoesting (leugens en dwalingen) in onze paleizen (denken) opslaan.

Er is hoop voor Asdod. In Handelingen 8:40 werd het evangelie in Asdod verkondigd, het goede nieuws van Zijn Koninkrijk, Zijn waarheid in ons denken en hart (Lukas 17:21). Er is ook hoop voor Samaria. In Handelingen 8:14 staat dat zij Zijn Woord, Zijn waarheid, hadden aangenomen. En er is hoop voor Egypte, ‘op die dag’:

“Op die dag zal de HEERE een altaar hebben midden in het land Egypte, en aan zijn grens zal er een gedenkteken voor de HEERE staan. Dit zal zijn tot een teken en getuigenis voor de HEERE van de legermachten, in het land Egypte. Wanneer zij tot de HEERE zullen roepen vanwege hun onderdrukkers, zal Hij tot hen een Heiland en Meester zenden; Die zal hen redden. Dan zal de HEERE aan de Egyptenaren bekend worden en de Egyptenaren zullen de HEERE kennen op die dag. Zij zullen Hem dienen met slachtoffer en graanoffer, en de HEERE gelofte doen en die nakomen. Zo zal de HEERE de Egyptenaren geducht treffen en genezen. Zij zullen zich tot de HEERE bekeren en Hij zal Zich door hen laten verbidden en Hij zal hen genezen. Op die dag zal er een gebaande weg zijn van Egypte naar Assyrië. De Assyriërs zullen in Egypte komen en de Egyptenaren in Assyrië. De Egyptenaren zullen samen met de Assyriërs de HEERE dienen. Op die dag zal Israël de derde zijn naast Egypte en Assyrië, een zegen in het midden van de aarde. Want de HEERE van de legermachten zal hen zegenen met de woorden: Gezegend zij Mijn volk Egypte, het werk van Mijn handen Assyrië, en Mijn eigendom Israël!” Jesaja 19:19-25

Zijn waarheid overwint!

Hoe zit het met jou? Hoeveel verwoestende leugens en dwalingen heb jij in je denken (paleis) opgeslagen? In hoeverre leef jij vanuit jouw denken in verwarring en verdrukking? Ben jij al onderweg naar die berg?

– – –

In de afgelopen tijd heb ik talloze blogs op deze website geplaatst, waarin ik de diepere betekenis van Bijbelse begrippen en gelijkenissen uitleg. Om te voorkomen dat blogs te lang worden herhaal ik de uitleg van gebruikte begrippen en gelijkenissen niet steeds, maar verwijs ik naar andere blogs waar de lezer de onderbouwing kan vinden. Naarmate het aantal blogs op de website groeit, worden de verwijzingen steeds meer. Daarom verwijs ik de lezer voortaan graag naar de zoekfunctie op deze website, waarmee alle blogs te vinden zijn waar ik de betreffende begrippen of gelijkenissen gebruik. Vooral in de oudere blogs zijn uitgebreidere onderbouwingen te vinden. De meest uitgebreide onderbouwing vindt de lezer in mijn boek, die als download gratis beschikbaar is.

Wat onderwijzen jouw nieren jou?

“Ik loof de HEERE, Die mij raad heeft gegeven; zelfs ‘s nachts onderwijzen mij mijn nieren.” Psalm 16:7

De betekenis van nieren in de Bijbel gaat verder dan het fysieke lichaamsdeel. In Psalm 7:10 beproeft God de nieren, in Psalm 26:2 toetst God de nieren, en in Psalm 16 worden we onderwezen door onze nieren. Ook ons hart wordt beproefd en getoetst (Psalm 17:3, Psalm 26:2, Spreuken 21:2). Getoetst wordt wat in ons hart en nieren is: Zijn dat leugens en dwalingen vanuit de mens (‘wijsheid’ van de wereld)? Of is dat Zijn waarheid (die dwaasheid voor de wereld is)? In Psalm 16 onderwijzen Davids nieren hem vanuit de raad die JHWH hem gegeven heeft (vers 7): vanuit Zijn waarheid dus die David in zijn ‘nieren’ heeft opgeslagen. David schrijft dat hij JHWH voortdurend voor ogen houdt, hij richt zijn ogen – zoals Paulus – op de dingen die hij niet ziet, en die eeuwig zijn. En dat is het, wat Davids hart verblijd (vers 9).

“Wij houden onze ogen immers niet gericht op de dingen die men ziet, maar op de dingen die men niet ziet; want de dingen die men ziet, zijn tijdelijk, maar de dingen die men niet ziet, zijn eeuwig.” 2 Korinthe 4:18

En dat is wat het pad ten leven is (vers 11).

Tijdens de offerrituelen worden de nieren steeds specifiek genoemd. De nieren moesten op het altaar worden verbrand (Exodus 29:13). Dit laat zien dat God wil dat we onze ‘nieren’ aan Hem offeren. Het gaat er dan om, wat we in onze nieren hebben opgenomen: God wil dat we alles aan Hem opofferen dat niet vanuit Hem is.

“Want U vindt geen vreugde in offers, anders zou ik ze brengen; in brandoffers schept U geen behagen. De offers voor God zijn een gebroken geest; een verbrijzeld en verslagen hart zult U, o God, niet verachten.” Psalm 51:18, 19

“Want Ik vind vreugde in goedertierenheid en niet in offer, in kennis van God meer dan in brandoffers!” Hosea 6:6

JHWH wil dat we kennis van Hem hebben, en het kennen van Hem begint met het vullen van ons hart en denken met Zijn waarheid.

Davids nieren onderwezen hem Zijn waarheid. Wat onderwijzen jouw nieren jou? Wat zal God vinden, als Hij jouw nieren doorzoekt?

“en alle gemeenten zullen weten dat Ik het ben Die nieren en harten doorzoekt, en Ik zal u geven eenieder naar uw werken.” Openbaring 2:23

– – –

In de afgelopen tijd heb ik talloze blogs op deze website geplaatst, waarin ik de diepere betekenis van Bijbelse begrippen en gelijkenissen uitleg. Om te voorkomen dat blogs te lang worden herhaal ik de uitleg van gebruikte begrippen en gelijkenissen niet steeds, maar verwijs ik naar andere blogs waar de lezer de onderbouwing kan vinden. Naarmate het aantal blogs op de website groeit, worden de verwijzingen steeds meer. Daarom verwijs ik de lezer voortaan graag naar de zoekfunctie op deze website, waarmee alle blogs te vinden zijn waar ik de betreffende begrippen of gelijkenissen gebruik. Vooral in de oudere blogs zijn uitgebreidere onderbouwingen te vinden. De meest uitgebreide onderbouwing vindt de lezer in mijn boek, die als download gratis beschikbaar is.

USA