Verloren en gevonden

“En hij stond op en ging naar zijn vader. En toen hij nog ver van hem verwijderd was, zag zijn vader hem en deze was met innerlijke ontferming bewogen en hij snelde hem tegemoet, viel hem om de hals en kuste hem.”
Lukas 15:20

In Lukas 15 staan 3 gelijkenissen over iets dat verloren is en gevonden wordt: een verloren schaap, een verloren penning en een verloren zoon. Deze 3 gelijkenissen, die dezelfde geestelijke boodschap hebben, laten ons de blijdschap van JHWH zien over de bekering van een zondaar: een verlorene die gevonden wordt.

In de gelijkenis van het verloren schaap wordt het getal 100 genoemd (vers 4). Ik geloof niet dat dat toevallig is. In de gelijkenis van de zaaier in Mattheüs 13 vinden we een 30-voudige, 60-voudige en 100-voudige vrucht. De 30-voudige vrucht is de minste (geestelijke) vrucht, de 100-voudige vrucht is de meeste (geestelijke) vrucht en staat symbool voor geestelijke volwassenheid naar het beeld van Jesjoea (Efeziërs 4:15). Dit leg ik uitgebreid uit in mijn boek en ook in de bijbelstudie en de lezing die op mijn website staan. Het getal 100 in de gelijkenis van het verloren schaap komt overeen met de 100-voudige vrucht uit de gelijkenis van de zaaier: geestelijke volwassenheid dus. We groeien naar geestelijke volwassenheid als we ons denken en hart gaan veranderen naar Zijn denken en hart (Ezechiël 36:26, Efeziërs 4:23). En dat doen we door ons te bekeren van de leugens en dwalingen in ons denken en hart, door het aannemen van Zijn waarheid, de diepere geestelijke waarheid van het Woord. JHWH wil dat iedereen groeit naar die 100-voudige geestelijke vrucht, naar geestelijke volwassenheid, de 100 schapen. En als we dat gaan doen, dan is blijdschap het gevolg!

In de gelijkenis van de verloren penning wordt ook een getal genoemd dat naar de 100-voudige geestelijke vrucht verwijst: het getal 10. Het getal 10 verwijst naar de 100-voud geestelijke koning. Deze status, of fase in geestelijke groei, van geestelijke koning leg ik uitgebreid uit in mijn boek. Interessant is ook dat in deze context het vegen van een huis wordt genoemd. De geestelijke betekenis van huis verwijst naar ons denken. Dat zien we bijvoorbeeld in de gelijkenis van de wijze man die zijn huis (denken) op de Rots Jesjoea bouwt (Mattheüs 7). En ook in het feest van de ongezuurde broden (Exodus 12), waar het zuurdeeg van dwaling (Mattheüs 16:6, 12) uit ons huis, ons denken dus, verwijderd moet worden. Ook dit leg ik weer uitgebreid uit in mijn boek en ook in de  bijbelstudie en lezing die op mijn website staan. In de diepere geestelijke betekenis van de tempelreiniging (Mattheüs 21) veegt Jesjoea de tempel (dat het huis van JHWH is) schoon, schoon van leugens en dwalingen. Bekering van ons hart en denken doen we door ons ‘huis’ schoon te vegen van leugens en dwalingen, en dat doen we door ons ‘huis’ vullen met de diepere waarheid van Zijn Woord. En ook in deze gelijkenis is weer blijdschap als de ’10’ compleet wordt, als we dus groeien naar deze status van 100-voud geestelijke koning.

In de gelijkenis van de verloren zoon reist de jongste zoon naar een ver land (vers 13). Land verwijst naar de geestelijke aarde, die verbonden is met de 30-voudige en 60-voudige vrucht uit de gelijkenis van de zaaier. Ik leg dit uitgebreid uit in mijn boek. Hetzelfde woord dat in deze tekst wordt vertaald met land, staat bijvoorbeeld in Mattheüs 4:16: “het volk dat in duisternis zat, heeft een groot licht gezien; en voor hen die zaten in het land en de schaduw van de dood, is een licht opgegaan.” Deze tekst verwijst naar het licht van de waarheid dat Jesjoea bracht toen Hij op deze aarde kwam, de aarde (land) die in deze tekst wordt verbonden met (geestelijke) duisternis en (geestelijke) dood. Geestelijke duisternis en dood verwijzen in de bijbel naar de (geestelijke) aarde, naar de 30- en 60-voudige geestelijke vrucht of geestelijke groei. De jongste zoon bevindt zich dus geestelijk op de aarde, of het land, en de tekst heeft het over een ‘ver land’. Het meest ver van de status van 100-voud geestelijke volwassenheid is de status van 30-voudige vrucht. De eerste trede dus op de geestelijke ladder van groei naar 100-voud geestelijke volwassenheid (ik gebruik de geestelijke ladder als visual in mijn boek).

De jongste zoon leidt een losbandig leven (vers 13). Hij leidt zijn eigen leven, los van zijn Vader, naar zijn eigen hart, zijn eigen opvattingen en gedachten, die leugen en dwaling zijn. Gedachten uit het hart van de mens zijn niet één met Zijn gedachten en hart (Jesaja 55:8), en alles wat niet één is met Hem is leugen en dwaling. In het land, de geestelijke 30- en 60-voud aarde, waar de jongste zoon zich bevindt ontstaat een hongersnood (vers 14). Er is geen (geestelijk) voedsel dat verzadigt, geen geestelijk brood van de waarheid van de Vader. Maar toch is dat nog niet voldoende voor de jongste zoon om zich om te keren naar de Bron van geestelijk brood dat verzadigt, want hij verbindt zich in vers 15 vervolgens met andere 30- en 60-voud mensen en gedachten van het geestelijk dode land. De jongste zoon blijft zich dus richten op 30- en 60-voud geestelijk voedsel dat zijn geest niet verzadigt, in plaats van het Levende Brood. In vers 16 verlangt hij naar voedsel van de varkens, onreine dieren die verwijzen naar de onreine 30- en 60-voud. Het voedsel van leugen en dwaling van de aarde dus, in plaats van de waarheid die hij van de Vader kon ontvangen.

Maar in vers 17 komt de jongste zoon tot zichzelf. Hij verlangt naar voedsel dat verzadigt en is inmiddels bereid de nodige stappen te ondernemen om dit te ontvangen. Vers 18 zegt dat hij opstaat. Opstaan verwijst naar opstanding in nieuw (geestelijk) leven (de jongste zoon was (geestelijk) dood, vers 24) en dat is het gevolg van bekering van ons eigen menselijke hart en denken, waardoor we stijgen op de geestelijke ladder naar 100-voud geestelijke volwassenheid. De jongste zoon beseft dat hij heeft gezondigd, dat hij zich richtte op leugens en dwalingen in zijn eigen denken en hart in plaats van de waarheid van de Vader. Want zonde is in de kern de gedachtespinsels van ons hart (Genesis 6:5). Ook dit leg ik uitgebreid uit in mijn boek en ook in de  bijbelstudie en lezing die op mijn website staan. De jongste zoon realiseert zich dus dat hij zich verliet op zijn eigen gedachtespinsels, of gedachtespinsels van andere 30- en 60-voud (geestelijke) aardbewoners, in plaats van zijn denken en hart te vullen met de waarheid van de Vader. En de jongste zoon heeft ondervonden wat de gevolgen daarvan zijn.

In vers 20 gaat hij ‘op’ naar zijn Vader: hij stijgt op de geestelijke ladder naar geestelijke volwassenheid. Zijn Vader ontvangt hem met wijdopen armen: de blijdschap als een zondaar tot bekering komt, als we groeien op de geestelijke ladder naar 100-voud geestelijke volwassenheid. De jongste zoon krijgt een nieuw gewaad (vers 22). Nieuwe kleding verwijst naar het stijgen op de geestelijke ladder naar 100-voud geestelijke volwassenheid, door het kleden, aandoen, van het 100-voud niveau van denken. Door de vernieuwing van ons denken dus. Efeziërs 4:23-24 zegt: “en dat u vernieuwd wordt in de geest van uw denken, en u bekleedt met de nieuwe mens, die overeenkomstig het beeld van God geschapen is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid.” Rechtvaardigheid en heiligheid zijn begrippen die verwijzen naar 100-voudige geestelijke vrucht, of geestelijke groei. In Genesis 35:2 wordt reiniging (van ons denken) verbonden aan het verwisselen van kleding. En de priesters moesten hun kleding verwisselen als ze gingen dienen voor het aangezicht van JHWH in de tempel. Het naderen tot JHWH, groeien naar Hem toe, kan niet zonder het verwisselen van onze kleding, zonder het vernieuwen van ons denken. Ook krijgt de jongste zoon het beste eten (vers 23): 100-voud geestelijk voedsel van de waarheid van de Vader, dat onze geest verzadigt. In vers 24 zegt de Vader dat Zijn zoon dood was. Hij was niet fysiek dood, maar hij was geestelijk dood. En doordat de zoon tot het besef kwam dat het brood van de geestelijke aarde niet verzadigt, en zich vervolgens bekeerde van de leugens en dwalingen in zijn denken en hart door die te vullen met de waarheid van de Vader, werd hij geestelijk levend.

De jongste zoon krijgt dus 100-voud geschenken en groeit naar 100-voud geestelijke volwassenheid. Maar de oudste zoon is het er niet mee eens. Hij beschuldigt de jongste zoon ervan zich te hebben ingelaten met hoererij (vers 30). We begaan hoererij als we ons hart en denken richten op iemand die we niet toe behoren (Mattheüs 5:28). We plegen geestelijke hoererij als we ons hart en denken richten op leugens en dwalingen, in plaats van op de waarheid van Degene aan wie we toebehoren. De losbandigheid van de jongste zoon bevestigt dat de oudste zoon gelijk had, maar de reactie van de oudste zoon verraadt dat ook hij zich richtte op zijn eigen hart en denken in plaats van op het hart en denken van de Vader. Dit maakt dat de oudste zoon net zo goed geestelijke hoererij begaat. En dat geeft ons aanwijzingen voor de geestelijke status waar de oudste zoon in deze gelijkenis symbool voor staat.

De oudste zoon bevindt zich ook op de 30- en 60-voud aarde, want hij was op de akker. Mattheüs 13:38 legt uit wat de akker is: “De akker is de wereld”. En Romeinen 12:2 zegt dat we niet gelijkvormig moeten worden aan deze wereld, maar veranderd moeten worden door de vernieuwing van ons denken. We worden gelijkvormig aan deze wereld als we ons denken vullen met de leugens en dwalingen van deze wereld, de 30- en 60-voud aarde. En we worden veranderd door ons denken te vernieuwen, te vullen, met de 100-voud waarheid van de Vader. Ook roemt de oudste zoon op eigen werken (Efeziërs 2:8-9) en op het naleven van de geboden (vers 29). De oudste zoon gelooft in de leugen en dwaling dat eigen werken en het naleven van de (letterlijke) geboden tot gevolg heeft dat hij 100-voud geestelijke geschenken zal ontvangen. Ook de rijke jongeman uit Mattheüs 19 leefde de (letterlijke) geboden na. Toch was dat niet voldoende. Jesjoea zegt in vers 21 dat hij alles moet verkopen dat hij heeft, zodat hij een schat in de hemel (een 100-voud geschenk) zal hebben. En dit komt weer terug in de gelijkenis van de schat in de akker (Mattheüs 13:44). Kolossenzen 2:2-3 vertelt ons wat die schat is: kennis en wijsheid die in Jesjoea verborgen zijn. 100-voud kennis en wijsheid dus, uit de hemel boven, vanuit het denken en hart van de Vader en niet vanuit ons eigen menselijke denken en hart. Om die schat te kunnen ontvangen, moeten we alle leugens en dwalingen uit ons denken verkopen, er afstand van doen. En als we ons hart en denken gaan vullen met de diepere waarheid uit het Woord van de Vader, en daardoor steeds meer op Hem gaan lijken, dan gaan we vanzelf ook leven naar Zijn geboden. Vanuit de eenwording met Zijn hart, niet vanuit onze eigen menselijke kracht. Dat is de denkfout die de oudste zoon en de rijke jongeman (Mattheüs 19) maakte, een denkfout die in onze huidige tijd nog steeds aanwezig is.

De oudste zoon besefte niet dat het beste van de Vader altijd dichtbij hem was (vers 31), maar één treetje hoger op de geestelijke ladder: van 60-voudige naar 100-voudige geestelijke vrucht, of groei. Dit citaat uit mijn boek past goed bij deze gelijkenis van de verloren zoon: “De 30-voud is zich er meestal van bewust dat hij de waarheid nog niet volledig kent en dat hij moet groeien op de geestelijke ladder. De 60-voud daarentegen denkt meestal dat hij de waarheid wel in pacht heeft, terwijl hij die in werkelijkheid vermengt met veel leugens en dwaling. Ook de 60-voud kan nog veel verder groeien op de geestelijke ladder.“ De 30-voud zondaars kwamen bij Jesjoea om naar Hem te luisteren (vers 1). De 60-voud Farizeeën en schriftgeleerden, die zich richtten op het kennen en naleven van de (letterlijke) geboden, kwamen niet om te luisteren maar om te morren (vers 2) en ze ontnamen zichzelf hierdoor de kans om hun denken en hart te vullen met de 100-voud waarheid die Jesjoea onderwees. De jongste zoon besefte dat hij gebrek leed en bekeerde zich, de oudste zoon morde en besefte niet hoe dicht hij al die tijd bij dezelfde 100-voud geschenken was die de jongste zoon na zijn bekering van de Vader ontving.

“Beter af is wie zichzelf  geringschat (….), dan wie zich groot voordoet, maar gebrek heeft aan [geestelijk] brood.” Spreuken 12:9

Wat hebben deze 3 gelijkenissen uit Lukas 15 te maken met het Koninkrijk, waar het onderwijs van Jesjoea altijd over ging? Het wordt er bij deze gelijkenissen niet expliciet bij vermeld dat ze over het Koninkrijk gaan. Verloren zijn en gevonden worden, groeien naar 100-voud geestelijke volwassenheid, is het ontwikkelen van het Koninkrijk in ons (Lukas 17:21). De diepere betekenis van de gelijkenissen uit dit hoofdstuk van Lukas verwijzen naar de blijdschap van de Vader als Zijn Koninkrijk zich in ons gaat ontwikkelen en we naar Hem toe gaan groeien. Naar Zijn waarheid en wijsheid, dat de plaats zal innemen van de leugens en dwalingen in ons denken en hart. Dit geeft blijdschap, en dit geeft leven.

Wij zouden dan vrolijk en blij moeten zijn, want deze broer van jou was dood en is weer levend geworden. En hij was verloren en is gevonden.” Lukas 15:32

Oude wijn en nieuwe wijn

Ik geloof dat gebruikte woorden in de bijbel niet toevallig zijn. De bijbel is tenslotte door de Geest van JHWH geïnspireerd. Als de bijbel spreekt over wijn, dan zit er meer achter dan alleen een lekker glaasje (of toen: beker) wijn. Is het je wel eens opgevallen dat er twee soorten wijn in de bijbel voorkomen? Oude wijn (meestal gewoon wijn genoemd) en nieuwe wijn. En ze hebben allebei een andere betekenis, een tegenovergestelde betekenis.

De betekenis van (oude) wijn in de bijbel is niet positief.

De eerste vermelding van wijn in de bijbel vinden we bij Noach, in Genesis 9:20-27. Noach werd dronken en lag daardoor naakt in zijn tent. Deze daad van Noach had verstrekkende gevolgen. Zijn zoon Cham ontdekte het en vertelde het aan zijn broers. Zijn broers bedekten vervolgens hun vader met een kleed en liepen achteruit, zodat zij zijn naaktheid niet zagen die hun broer Cham wel had gezien. Als Noach dit ontdekt, spreekt hij een vloek uit over Kanaän, de zoon van Cham waar het volk Kanaän uit voortkomt.

Vervolgens komen we in Genesis 19:32-36 Lot tegen. Lot laat zich dronken voeren door zijn dochters, zodat zijn dochters zich door hem konden laten bezwangeren.

Als we verder gaan naar Numeri 6:2-4, dan komen we het nazireeërschap tegen. Als een Israëliet een nazireeërgelofte deed om zich aan JHWH te wijden, dan mocht hij geen wijn drinken.

Spreuken 31:4 zegt dat een koning geen wijn mag drinken. Leviticus 10:8-10 zegt dat een priester ook geen wijn mag drinken.

Wijn bedwelmt: Psalm 60:5.

In Spreuken 4:17 wordt er wijn van gewelddaden gedronken.

In Spreuken 20:1 wordt wijn een spotter genoemd. Hoe kan wijn spotten? Dat ontdekken we straks.

Spreuken 21:17 zegt dat wie wijn liefheeft niet rijk zal worden.

Jesaja 5:22 zegt: wee hen die een held zijn in wijn drinken.

Jeremia 25:15 heeft het over een beker met wijn van de grimmigheid van JHWH, die de volken zullen moeten drinken. Deze wordt ook genoemd in Openbaring 16:19 en 19:15. Wat is de verbinding tussen wijn en de toorn van JHWH? Ook dat ontdekken we straks.

In Joël 3:3 wordt er een meisje verkocht voor wijn, zodat ze konden drinken.

In Micha 2:11 wordt er voor wijn vals geprofeteerd. 

Daniël weigert het voedsel dat de koning hem voorzette, maar ook de wijn (Daniël 1:8). Uit deze tekst blijkt dat wijn ons verontreinigt. Hoe kan wijn ons verontreinigen? We zien het straks.

In Openbaring 17:2 staat dat de aarde dronken is geworden van de wijn van haar hoererij, de hoererij van Babylon. Wat is de verbinding tussen wijn en hoererij? Ook dat ontdekken we hierna.

Conclusie: wijn spot, verontreinigt ons, is verbonden met de toorn van JHWH en met hoererij.

Maar de betekenis van nieuwe wijn in de bijbel is wel positief.

Nieuwe wijn wordt verbonden met overvloed, zegen van JHWH en verwijst vaak naar de toekomst.

In Genesis 27:28 wordt Izaäk gezegend met overvloed van nieuwe wijn.

In Deuteronomium 7:12-13 zegt JHWH dat Hij Zijn volk zal zegenen met nieuwe wijn, als ze zich aan Zijn geboden houden.

In Jeremia 31:12 staat dat het volk ooit zal toestromen naar JHWH, naar Zijn nieuwe wijn.

In Hosea 2:7 erkent Israël niet dat JHWH hen nieuwe wijn wil geven.

In Joël 2:19 zendt JHWH Zijn volk nieuwe wijn op de dag van de Heere. En in vers 24 zal het overstromen.

In Zacharia 9:17 zal JHWH op die dag Zijn volk verlossen en de nieuwe wijn zal overlopen.

In Joël 3:18 staat dat de bergen op die dag van nieuwe wijn zullen druipen. Amos 9:13 zegt hetzelfde, de heuvels zullen ermee doordrenkt zijn.

Als we de teksten over wijn en over nieuwe wijn met elkaar vergelijken, dan wordt duidelijk dat we nieuwe wijn zouden willen drinken, en (oude) wijn niet. Het drinken van (geestelijke) wijn verontreinigt ons en roept de toorn van JHWH over ons af. Het drinken van (geestelijke) nieuwe wijn is verbonden met zegen en overvloed van JHWH. Als we deze teksten lezen, wat is dan de gemeenschappelijke noemer? Wat is het dat ons verontreinigt, dat Zijn toorn over ons afroept? En wat is het dat ons zegen en overvloed geeft? De tekst uit Deuteronomium 7:12-13 die we eerder tegenkwamen, geeft ons een duidelijke aanwijzing. We ontvangen zegen als we Zijn geboden houden. We ontvangen toorn en verontreinigen ons als we dat dus niet doen. Het niet houden van Zijn geboden wordt ook wel zonde genoemd. En de kern van zonde is wat er in ons denken en in ons hart is. Het is in de kern niet het overtreden van Zijn geboden dat zonde is, het is wat er in ons denken en hart is wat maakt dat we Zijn geboden overtreden. We handelen en leven naar wat we in ons denken en hart geloven. En de basis van elk zondig handelen of nalaten is een leugen. Wijn in de bijbel verwijst dus naar leugens en dwalingen in ons denken en hart. En nieuwe wijn verwijst dan naar waarheid in ons denken en hart. Als de bijbel waarschuwt voor het drinken van wijn, dan waarschuwt de bijbel voor het tot ons nemen van leugens en dwalingen. Als de bijbel het drinken van nieuwe wijn aanmoedigt, dan wijst de bijbel ons op de noodzaak om ons hart en denken te vullen met Zijn waarheid.

Wijn wordt veel vaker (ruim 180x) in de bijbel genoemd dan nieuwe wijn (ruim 50x). Een redelijke verklaring zou kunnen zijn dat de bijbel ons duidelijk wil maken dat ons probleem de oude wijn van leugens en dwalingen in ons denken is. Maar de bijbel draagt ook de oplossing aan: nieuwe wijn van de waarheid.

Nu de betekenis van wijn en nieuwe wijn duidelijk is, kunnen we ook de vragen beantwoorden die we net gesteld hebben.

Hoe kan wijn spotten (Spreuken 20:1)? Leugens en dwalingen in ons denken, die een zondig leven tot gevolg hebben, spotten met JHWH.

Wat is de verbinding tussen wijn en de toorn van JHWH (Jeremia 25:15, Openbaring 16:19 en 19:15)? Leugens en dwalingen in ons denken, die een zondig leven tot gevolg hebben, roepen de toorn van JHWH over ons af.

Hoe kan wijn ons verontreinigen (Daniël 1:8)? Leugens en dwalingen verontreinigen ons denken.

Wat is de verbinding tussen wijn en hoererij (Openbaring 17:2)? Je begaat hoererij als je je verbindt aan iemand die niet bij jou hoort. Geestelijke hoererij betekent dan dat je je hart niet verbindt aan JHWH, we behoren Hém toe. Als je je hart niet verbindt aan de waarheid van JHWH, dan verbind je je hart aan leugens en dwaling. Ook Hosea 4:11 verbindt wijn met ons hart. Deze tekst zegt dat hoererij, wijn en nieuwe wijn ons hart in beslag kunnen nemen. Nieuwe wijn van de waarheid moet ons hart in beslag nemen. Hoererij en wijn niet.

Word niet dronken van wijn

Efeziërs 5:18 zegt dat we niet dronken moeten worden van wijn (van leugens en dwalingen), maar vervuld moeten worden van de Geest (van waarheid: Johannes 6:13). In deze tekst staan wijn en Geest tegenover elkaar: leugen tegenover waarheid. Maar toen de Geest werd uitgestort in Handelingen 2:13 werden de discipelen beschuldigd dat ze vol waren van zoete wijn. De discipelen waren inderdaad vol van zoete wijn, maar dat was zoete (nieuwe) wijn van de waarheid en geen letterlijke wijn. Ze waren namelijk vol van de Geest van waarheid (Johannes 6:13).

Jesjoea maakt alles nieuw!

“En Hij Die op de troon zit, zei: Zie, Ik maak alle dingen nieuw.” Openbaring 21:5

Jesjoea maakt alles nieuw. En door Hem en in Hem hebben wij zicht gekregen op dat nieuwe, dat deels al gekomen is en deels nog komt.

Wat was het eerste wonder dat Jesjoea deed? Jesjoea veranderde water in wijn en hiermee vergeleken was de wijn die daarvoor geschonken werd minder (Johannes 2:10-11). Jesjoea maakte dus nieuwe wijn van de waarheid.

Tijdens Zijn laatste pesach maaltijd met Zijn discipelen zegt Jesjoea in Mattheüs 26:29: “Ik zeg u dat Ik van nu aan van de vrucht van de wijnstok niet zal drinken tot op de dag wanneer Ik die met u nieuw zal drinken in het Koninkrijk van Mijn Vader.” Jesjoea zal in Zijn Koninkrijk samen met ons nieuwe wijn van de waarheid drinken. We zijn volgens Lukas 17:21 geestelijk nu al in Zijn Koninkrijk als Hij regeert in ons leven en Zijn Koninkrijk binnen in ons is. We zijn in Zijn Koninkrijk als we in Zijn waarheid zijn, als we Zijn waarheid kennen en Zijn waarheid ons denken en hart verandert.

Lukas 5:37-39 heeft het over nieuwe wijn in nieuwe zakken. We kunnen de nieuwe wijn van de waarheid pas bevatten, als we nieuwe zakken hebben. Anders stroomt de waarheid zodra we het ontvangen er direct weer uit. Nieuwe wijn van de waarheid vereist een vernieuwd denken, een Koninkrijksdenken. Een denken en hart waar de Geest van de waarheid regeert, waar Jesjoea als Koning regeert. Vers 39 maakt duidelijk dat we de neiging hebben om aan de leugen vast te houden. Het vervangen van de oude wijn van leugens door de nieuwe wijn van waarheid is een proces. Het is de vernieuwing van ons denken, waar o.a. Efeze 4:23 en Romeinen 12:2 naar verwijzen.

Bij het kruis

Ook bij de kruisiging speelde wijn een rol. Bijbelteksten over de wijn die Jesjoea werd aangeboden bij het kruis lijken elkaar tegen te spreken. In de ene tekst wijst Jesjoea de wijn af, in de andere tekst niet. De teksten spreken elkaar niet tegen, het verschil zit in de chronologie. Jesjoea sloeg de wijn af toen deze te vroeg werd aangeboden. Pas op het moment net voordat Hij stierf, nam Hij de wijn wel aan. En ook dat heeft betekenis.

In Mattheüs 26:39, 42 en 44 bidt Jesjoea drie maal vurig tot Zijn Vader of de drinkbeker aan Hem voorbij mag gaan. Jesjoea staat doodsangsten uit voor het drinken van die beker. Het is dezelfde beker als de beker die in de teksten hierboven al voorbij kwam: de beker van de grimmigheid of toorn van JHWH. Het is Zijn toorn op onze zonde: de wijn van leugen die in ons denken en hart is. Een hoofdstuk verder is Jesjoea aan het kruis genageld. In Mattheüs 27:33-34 wil Jesjoea nog niet drinken. Maar verder, in vers 48, wordt Hem de wijn opnieuw aangeboden en vervolgens geeft Hij in vers 50 de geest. Jesjoea dronk de wijn dus pas op het moment net voordat Hij de geest gaf en het volbracht was. Dit vinden we ook terug in Johannes 19:30 en in Markus 15:36-37. Net voordat Jesjoea uitriep ‘het is volbracht’, dronk Hij de wijn pas. De geestelijke betekenis van wijn verwijst naar dwalingen en leugens in ons denken en hart, zonde dus. En het was de wijn van deze leugens en dwalingen dus die Jesjoea dronk, tot zich nam, net voor het moment dat Hij de geest gaf. Zo verwijst het drinken van de wijn naar het feit dat Jesjoea aan het kruis onze zonde droeg. Doordat Jesjoea de wijn van onze zonde dronk en onze zonde aan het kruis gedragen heeft, werd alles nieuw. En nu kunnen wij door Zijn Geest in ons, ons denken en hart vullen met Zijn waarheid én…. drinken we nieuwe wijn van de waarheid met Hem in Zijn Koninkrijk.

L’chaim! (*)

 

(*) Met deze uitdrukking wordt in het Hebreeuws geproost. Het betekent letterlijk: “op het leven”.

De genezing van de blindgeborene

“Nadat Hij dit gezegd had, spuwde Hij op de grond, maakte slijk met het speeksel en streek het slijk op de ogen van de blinde, en Hij zei tegen hem: Ga heen, was u in het badwater Siloam. Hij dan ging weg en waste zich en kwam ziende terug.”
Johannes 9:1, 6-7

Ik geloof dat in de bijbel niets toevallig is. Ook deze handelingen van Jesjoea dus niet. Want ook zonder deze handelingen zou Hij de blindgeborene hebben kunnen genezen. Er is mij eens uitgelegd dat Jesjoea dit deed om de aan de Wet toegevoegde regeltjes van de Joodse leiders te tarten, maar ik geloof dat er meer achter zit. De handelingen van Jesjoea bij dit genezingswonder zijn symbolen die Hij gebruikt om naar een diepere boodschap te verwijzen.

Wat waren deze symbolische handelingen? Jesjoea maakte van de grond, van de aarde, een substantie die Hij op de ogen van de blindgeborene streek. En vervolgens stuurde Hij de blindgeborene (die op dat moment nog steeds blind was) naar water om zich te wassen.

De geestelijke betekenis van aarde verwijst in de bijbel naar de leugens en dwalingen van de aarde beneden, waar de hemel boven verwijst naar de waarheid van JHWH. Het onderscheid tussen hemel en aarde, onder en boven, is bijvoorbeeld zichtbaar in de volgende teksten:

“De eerste mens is uit de aarde, stoffelijk; de tweede Mens is de Heere uit de hemel.” 1 Korinthe 15:47

“Als u nu met Christus opgewekt bent, zoek dan de dingen die boven zijn, waar Christus is, Die aan de rechterhand van God zit. Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn.” Kolossenzen 3:1-2

Volgens deze tekst moeten we niet de dingen van de aarde bedenken, die moeten niet in ons denken zijn. We moeten juist de dingen van de hemel boven bedenken, we moeten ons denken dus vullen met Zijn waarheid.

Nog een aantal teksten die aangeven dat we de dingen van de aarde (leugens en dwalingen dus) niet moeten bedenken:

“En word niet aan deze wereld gelijkvormig.” Romeinen 12:2

“Want de wijsheid van de wereld is dwaasheid bij God.” 1 Korinthe 3:19

“Dood dan uw leden die op de aarde zijn: ontucht, onreinheid, hartstocht, kwade begeerte, en de hebzucht, die afgoderij is.” Kolossenzen 3:5

“De aarde is overgegeven in de hand van de goddeloze.” Job 9:24

Deze leugens en dwalingen van de aarde in ons denken maken ons geestelijk blind, of houden ons geestelijk blind. Met de symbolische handeling waarbij Jesjoea substantie van de aarde op de blinde ogen van de man streek, verwijst Hij dus naar geestelijke blindheid die de geestelijke aarde veroorzaakt. Maar vervolgens stuurt Jesjoea de blinde man naar water. Als je de geestelijke betekenis kent waar water in het Woord naar verwijst, dan is dit een logische symbolische handeling die hier precies bij past. Want water verwijst naar de waarheid van boven en het Woord van waarheid, dat ons denken reinigt van de leugens en dwalingen:

“Mannen, heb uw eigen vrouw lief, zoals ook Christus de gemeente liefgehad heeft  en Zich voor haar heeft overgegeven, opdat Hij haar zou heiligen, door haar te reinigen met het waterbad door het Woord.” Efeziërs 5:25-26

 “Ik zal rein water op u sprenkelen en u zult rein worden. Van al uw onreinheden en van al uw stinkgoden zal Ik u reinigen.” Ezechiël 36:25

 Water verwijst naar de waarheid, het Levende Water, dat Jesjoea, het Levende Woord, ons onderwijst:

 “maar wie drinkt van het water dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst meer krijgen. Maar het water dat Ik hem zal geven, zal in hem een bron worden van water dat opwelt tot in het eeuwige leven.”
Johannes 4:14

Water verwijst dus naar de waarheid van JHWH, de waarheid die we van boven mogen ontvangen. Maar water verwijst tegelijkertijd naar twee, naar de twee geestelijke statussen van 100-voud geestelijke volwassenheid: de geestelijke koning en de geestelijke priester, die dit water van de waarheid onderwijzen aan de mensen van de geestelijke aarde. Voor lezers van dit blog die mijn boek niet hebben gelezen: meer over 100-voud, geestelijke koning en priester beschrijf ik in mijn boek. Het Hebreeuwse woord dat met water wordt vertaald is majim. Dit is een duaal woord, met een uitgang dus die altijd naar twee verwijst. Ik geloof dat ook dat weer niet toevallig is. De grammaticale vorm van dit woord geeft een verborgen verwijzing naar de twee geestelijke statussen van geestelijke volwassenheid, die het water van de waarheid bezitten en onderwijzen aan de mensen van de geestelijke aarde, zodat dit water de leugens en dwalingen in hun denken weg wast.

De tekst van Johannes 9 zegt dat de blindgeborene pas genas toen hij zich in water waste. Toen Jesjoea het slijk op zijn ogen streek, genas de blindgeborene nog niet. Hij moest eerst naar het water van de waarheid, om zich van de leugens en dwalingen van de aarde schoon te laten wassen zodat hij (geestelijk) zicht kreeg. Door het smeren van de aarde op de blinde ogen van de man, beeldde Jesjoea uit dat we geestelijk blind kunnen zijn door de leugens en dwalingen in ons denken. Daarom genas de blindgeborene pas toen hij zich waste in het water van de waarheid.

Ik geloof dat dit tekstgedeelte uit Johannes 9 een letterlijke gebeurtenis in de geschiedenis beschrijft, maar ook dat de tekst aanwijzingen geeft dat hier tegelijkertijd wordt verwezen naar een dieper geestelijk principe. Jesjoea noemt Zichzelf in vers 5 het Licht van de wereld, dat kan niet toevallig zijn in deze context. Een blinde ziet het licht niet, een geestelijk blinde ziet het Licht van Jesjoea niet. Daarnaast geeft de tekst niet aan dat Jesjoea de blinde genas, maar dat Hij zijn ogen opende. Dit verwijst naar het openen van onze geestelijke ogen, als we dieper, geestelijk zicht krijgen. Door (geestelijke) genezing worden (geestelijke) ogen geopend voor het Licht. Verder zegt Jesjoea in vers 39 dat Hij in de wereld gekomen is opdat zij die niet zien, zien zouden. Dit bedoelt Hij niet letterlijk, Hij doelt hiermee op geestelijk zicht. Want Hij zegt in dat vers ook dat zij die zien, blind zouden worden. En in vers 40 begrepen de Farizeeën heel goed dat dit geestelijk bedoeld was, omdat zij direct vroegen: “zijn wij dan soms ook blind?”.

Onze fysieke ogen zijn gemaakt om de fysieke dingen van de wereld te zien. Maar met onze geestelijke ogen kunnen we de onzichtbare, geestelijke dingen zien. En 2 Korinthe 4:18 geeft aan dat onze focus deze onzichtbare dingen moet zijn:

“Wij houden onze ogen immers niet gericht op de dingen die men ziet, maar op de dingen die men niet ziet; want de dingen die men ziet, zijn tijdelijk, maar de dingen die men niet ziet, zijn eeuwig.”

Om deze dingen te kunnen zien, moeten onze geestelijke ogen open gaan. Toen Paulus in Handelingen 9 op zijn weg naar Damascus een ontmoeting kreeg met Jesjoea, werd hij blind. Geestelijk was hij al blind, als fysiek symbool werd hij vervolgens ook fysiek blind. Na 3 dagen werden zijn fysieke en geestelijke ogen geopend, toen hij door handoplegging van Ananias werd gevuld met de Geest van waarheid (Handelingen 9:17-18, Johannes 14:16-17). Ook hier komt weer letterlijk/fysiek en geestelijk samen.

Het principe waar dit tekstgedeelte uit Johannes 9 naar verwijst, staat niet op zichzelf. Het komt terug in andere teksten in het Woord. Twee voorbeelden: bij de voetwassing in Johannes 13 wast Jesjoea het stof van de aarde van de voeten van de discipelen af met water. In de geestelijke betekenis van deze gebeurtenis, wast Jesjoea met het water van de diepere geestelijke waarheid van Zijn Woord het stof van de leugens en dwalingen in ons denken weg. En in 2 Koningen 5:10 moest Naäman zich wassen in water om genezen te worden van melaatsheid. Melaatsheid verwijst naar zonde en dus naar leugens en dwalingen in ons denken, dat de kern van zonde is (zie o.a. Genesis 6:5 waar als reden voor de zondvloed onze ‘gedachtespinsels van het hart’ wordt genoemd). Dit leg ik uitgebreider uit in mijn boek. Het water van de waarheid zal de leugens en dwalingen uit ons denken weg wassen.

In het begin…

“In het begin schiep God de hemel en de aarde.”
Genesis 1:1

Deze maand is de cyclus van parasja lezingen weer opnieuw begonnen, bij Genesis 1. Voor mensen die hier niet mee bekend zijn: dit is een wekelijks leesrooster van bijbelgedeelten die worden gelezen in Joodse synagogen, en christelijke (messiaanse) gemeenten die zich hierbij aansluiten, en bevat steeds gedeelten uit de Torah (de 5 boeken van Mozes), de Profeten en voor Messiasbelijdende Joden en christelijke (messiaanse) gemeenten ook uit het Nieuwe Testament.

Afgelopen sjabbat werd dus weer begonnen met Genesis 1:1, de eerste woorden van de bijbel. In het Hebreeuws begint de bijbel met: beresjiet. En dit wordt vertaald met: in het begin. Veel Joden en (messiaanse) christenen die de parasja lezingen volgen, hebben afgelopen sjabbat nagedacht over deze beginwoorden van de bijbel. En ook over de vraag waarom de bijbel begint met de letter B, de tweede letter van het Hebreeuwse alfabet (alefbeet), en niet met de letter A. De Hebreeuwse taal is een rijke, beeldende taal en letters en woorden in de bijbel worden niet toevallig gebruikt. De huidige Hebreeuwse letters zijn ontstaan uit pictogrammen (afbeeldingen). In de tijd van onze bijbelse voorouders werden niet de huidige Hebreeuwse letters gebruikt, maar die pictogrammen. De letter A (de alef) komt voort uit een pictogram van een os en staat onder andere voor kracht. De letter B (de beet) komt voort uit een pictogram van een tent of een huis en staat ook voor huis. Beet is ook het Hebreeuwse woord voor huis.

Waarom begint de bijbel met de Hebreeuwse beet, dus huis? Het lijkt erop dat JHWH vanaf het allereerste begin al duidelijk wil maken dat het huis belangrijk is, dat alles om het huis draait. Je zou kunnen zeggen dat de bijbel op deze manier begint: HUIS! En dan vervolgt met de rest van de tekst. Waarom is huis zo belangrijk? Gisteren heb ik gehoord dat dit kan verwijzen naar het feit dat JHWH onder ons wil wonen, dat Hij Zijn huis onder ons wil bouwen. Dat het Hem dus gaat om relatie met ons. En dat is een mooie gedachte en helemaal waar. Maar als je weet waar de geestelijke betekenis van het woord huis in de bijbel naar verwijst, dan wordt de betekenis nog zoveel rijker en dieper.

Het begrip huis in de bijbel verwijst naar ons denken. Het feest van de ongezuurde broden verwijst bijvoorbeeld naar dit huis, naar ons denken. Tijdens het feest van de ongezuurde broden moeten we het zuurdeeg uit onze huizen (ons denken dus) wegdoen (Exodus 12:15). Zuurdeeg verwijst in de bijbel naar zonde, naar de leugens en dwalingen in ons denken (de gedachtenspinsels van ons hart volgens Genesis 6:5). Jesjoea vergeleek het onderricht van de Farizeeën en de Saduceeën in Mattheüs 16:6-12 met zuurdeeg, omdat het dwaling was. In de gelijkenis van de dwaze en de wijze man uit Lukas 6 bouwt de wijze man zijn huis op de rots. Rots verwijst in de bijbel naar Jesjoea de Messias (zie bijvoorbeeld 1 Korinthe 10:4). We zijn volgens deze gelijkenis dus wijs als we ons huis, ons denken dus, bouwen op Hem. Als we ons denken dus vullen met de diepere waarheid en wijsheid van Zijn onderwijs. Dat is het proces waar Efeziërs 4:23 naar verwijst:“en dat u vernieuwd wordt in de geest van uw denken”. Meer over de geestelijke betekenis van deze bijbelse begrippen leg ik uit in mijn boek.

Als we beseffen dat de diepere geestelijke betekenis van het begrip huis in het Woord verwijst naar ons denken, maar óók naar Zijn denken, en we vervolgens zien dat JHWH het zo heeft geleid dat Zijn Woord begint met de Hebreeuwse letter beet, dat huis betekent, wat kunnen we daar dan uit afleiden? We zouden dan kunnen zeggen dat de bijbel op deze manier begint: DENKEN! Het lijkt erop dat JHWH ons er boven alles op wil wijzen hoe belangrijk ons denken is. En Zijn denken, waar we ons denken mee moeten synchroniseren zodat we gelijkvormig worden aan Zijn beeld.

 “En God schiep de mens naar Zijn beeld” Genesis 1:27

En de vrouw zag dat die boom goed was om ervan te eten en dat hij een lust was voor het oog, ja, een boom die begerenswaardig [begeren doen we in ons denken en hart] was om er verstandig [denken] door te worden; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en hij at ervan.” Genesis 3:6
We kennen het vervolg…

De bijbel verwijst keer op keer naar ons denken (en ons hart, dat rechtstreeks met ons denken in verbinding staat). Kan dat de reden zijn dat de bijbel begint met de Hebreeuwse letter B en niet met de letter A?

Lezing Patronen in het Woord 25 september 2018

Op het Loofhuttenfeest in Hardenberg heb ik afgelopen dinsdag een lezing mogen geven over patronen in het Woord, en wat ze ons te vertellen hebben over het Koninkrijk van God.

“Het is een boodschap waar ik zelf echt door veranderd ben, en daar komt mijn passie vandaan om het iedereen te vertellen die het wil horen. Door het ontdekken van deze patronen in de bijbel en vooral door wat ze tot mijn denken en hart te zeggen hebben, heb ik innerlijke genezing, bevrijding en meer vreugde, leven en perspectief gekregen. Dingen die ik allemaal al wel had, dacht ik, maar niet in die mate. Ik ben daarin dus gegroeid. En dit zie ik ook bij anderen die dit in de bijbel ontdekken. Met mijn boek wil ik mensen toerusten om verder te groeien naar het hart van de Vader. En ik heb ervaren dat het ontdekken van de patronen in de bijbel die uitwerking heeft.

Waarom heeft mij dit zo veranderd?

En Jezus ging de tempel van JHWH binnen en dreef allen die in de tempel verkochten en kochten naar buiten (…). En Hij zei tegen hen (….) u hebt er een rovershol van gemaakt. Mattheüs 21:12-13

Deze tekst komt anders binnen dan:

En Jezus ging mijn denken binnen en dreef alle leugens en dwalingen die ik in/vanuit mijn denken heb onderwezen en aangenomen naar buiten, (…). En Hij zei tegen mij (….) je hebt er een rovershol van gemaakt. Mattheüs 21:12-13

Ik realiseerde me dat Jesjoea met de tempelreiniging duidelijk wil maken, dat mijn hart en denken een rovershol zijn en dat Hij die wil reinigen.

Ik realiseerde me ook dat de gelijkenis van de wijze man die zijn huis bouwt op de rots, betekent dat ik mijn denken moet funderen op Jesjoea.”

“De boodschap die de patronen laten zien zal misschien niet echt nieuw voor ons zijn. Wat misschien wel nieuw is, is de manier waarop deze gecommuniceerd wordt en daardoor komt het dieper bij ons binnen en kan het voor diepere verandering zorgen. En dit zijn maar twee voorbeelden van teksten in het Woord met een diepere betekenis; het Woord staat er vol mee als je weet wat de diepere betekenis is van woorden en symbolen die worden gebruikt.”

“Op deze diepere laag van de bijbel communiceert de Geest van JHWH rechtstreeks met onze geest. Op deze manier de bijbel lezen zal ons veranderen. Dat heb ik zelf ervaren, en ik zie het ook bij anderen die de patronen in het Woord ontdekken en ontdekken wat ze ons vertellen.”

De volledige tekst van de lezing, voorzien van bijbelverwijzingen, vind je hier .

Bijbelstudie Zoek eerst het Koninkrijk 24 september 2018

Op het Loofhuttenfeest in Hardenberg heb ik afgelopen maandag een bijbelstudie mogen leiden over het Koninkrijk van God. We hebben met zijn allen nagedacht over wat de bijbel zegt over dit Koninkrijk, aan de hand van wat ik hiervoor had voorbereid.

Een aantal citaten:

“Ons eigen hart en denken staat ver af van de Zijne. Het Woord spreekt niet positief over het hart en denken van de mens, het Woord confronteert ons met wat er in ons hart en denken is. Maar het Woord moet ook uitwerken dat ons hart en denken veranderen, zodat we groeien naar het hart en denken van de Vader. Het Woord moet levensveranderend werken, het dient voor onze opvoeding tot volmaaktheid.”

“De Torah is een meetlat waaraan we onze geestelijke groei kunnen meten en een spiegel waarin we de staat van ons hart en denken kunnen zien. We kunnen constateren hoe het met ons hart en denken staat als we nagaan in hoeverre het ons zonder veel moeite lukt om te leven in overeenstemming met de Torah. Want onze daden komen voort uit ons hart.”

“Als ons denken verandert, dan verandert automatisch ons hart, en vervolgens ook onze woorden en ons handelen. Als we het hart van JHWH hebben, dan komen onze daden voort uit Zijn hart. Dan zijn onze wegen Zijn wegen. Dan doen we Zijn wil, dan kunnen we niet anders. Dan zondigen we niet meer, want Zijn hart kan niet zondigen. Dan leven we vanzelf naar Zijn regels en instructies, omdat dat Zijn hart is. Dan hoeven we het niet meer te proberen vanuit onszelf, vanuit onze menselijke kracht falen we daarin. Maar dan gaan we er vanzelf naar leven, vanuit ons veranderde hart en denken.”

De bijbelstudie, vol met bijbelverwijzingen, vind je hier.

Wist je dat …

… mijn boek “Zoek eerst het Koninkrijk” binnenkort ook als gedrukt exemplaar te bestellen is? Voor mensen die liever een boek in handen houden, dan een scherm met een digitaal boek. Een gedrukt exemplaar is te bestellen via de webshop van Drukkerij Wedding. De link vind je binnenkort op mijn website. De (gratis) PDF blijft daarnaast als download via mijn website beschikbaar.

… ik op 24 en 25 september a.s. een bijbelstudie en een lezing zal geven over het Koninkrijk, op het Loofhuttenfeest dat die week gevierd wordt in Hardenberg? Op 24 september leid ik een interactieve bijbelstudie waarbij ik met de aanwezigen de bijbel wil onderzoeken, op zoek naar het Koninkrijk. Op 25 september geef ik vervolgens een lezing waarbij ik, aan de hand van een paar voorbeelden, uitleg wat patronen in het Woord zijn en wat ze ons te vertellen hebben over het Koninkrijk. Mocht je het leuk vinden om daarbij te zijn (ik zou het in ieder geval leuk vinden om je daar te ontmoeten), dan vind je meer informatie op de website van Moadim. De tekst van de lezing en van de voorbereiding van de bijbelstudie zal ik in oktober als blogs op mijn website plaatsen.

Verder zou ik het leuk vinden om eens van je te horen. Heb je mijn boek gelezen en zo ja, wat vind je ervan? En wat vind je van mijn blogs? Kan je het volgen? Heb je nog tips? Ik hoor ze graag! En ik ontvang dan ook graag je mail via contact@zoekeersthetkoninkrijk.nl.

 

 

Maar vraag toch de dieren

“Maar vraag toch de dieren, en zij zullen je onderwijzen…”
Job 12:7

“Deze verlaten mierenkolonie onthulde hoe geniaal deze kleine schepseltjes zijn. Mieren leven ondergronds – we zien meestal een relatief kleine uitgang aan de oppervlakte. Maar je zou de structuren die ze daar beneden bouwen, niet geloven. Een groep onderzoekers, gewapend met tonnen cement, zullen het je laten zien.”

“Everything looks like it is designed by an architect, a single mind…”
(Alles ziet eruit alsof het ontworpen is door een architect, een enkel brein…)

Eén enkel brein … het voorbeeld van de dierenwereld in de vorm van een mierenkolonie.

In mijn boek schrijf ik hierover. Een aantal citaten:

“We kunnen pas één, een eenheid, zijn met Jesjoea en de Vader, én met elkaar, als we volledig zijn afgestemd op en in harmonie zijn met het hart, de gedachten en de wil van JHWH.

JHWH heeft ons in Zijn schepping voorbeelden gegeven van deze eenheid. Een zwerm vogels of een school vissen beeldt deze eenheid uit. Het zijn er meer dan één, maar ze vliegen of zwemmen als één, een eenheid. Dat kunnen zij, omdat ze het hart van een dier, een beest, hebben. Hun hart, denken, instinct is afgestemd op één bron: op hun Schepper, en daardoor zijn ze ook één met elkaar. “

“Dieren hebben geen vrije wil om zelf te bedenken of te bepalen, zij reageren op instincten die ze van hun Schepper hebben ontvangen. Het ontvangende brein van de vogel vertelt hem om noordwaarts of zuidwaarts te vliegen en de vogel gehoorzaamt daaraan. Een vogel heeft geen denkproces in zijn brein dat kan ingrijpen of verwarring kan veroorzaken. Een vogel is daarom in harmonie met Zijn Schepper en met zijn soortgenoten. Dat wordt in de fysieke wereld zichtbaar als we naar een vogelzwerm kijken.”

“Dieren zijn in dat opzicht dus ons voorbeeld. Een dier doet waar het voor gemaakt is en komt daarom tot zijn bestemming en zijn doel. Dieren kunnen niet anders dan hun instinct, dat JHWH hen heeft gegeven, gehoorzamen, want dieren denken niet en hebben geen vrije wil. Mensen hebben wel een vrije wil en zijn daardoor, in tegenstelling tot dieren, in staat om ervoor te kiezen om hun Schepper bewust te leren kennen. Als we leren om met onze vrije wil de juiste keuze te maken. We kunnen er namelijk ook voor kiezen om het niet te doen. Dieren kunnen niet cognitief redeneren. Hun brein is een ontvanger en geen zender. Dieren hebben het nooit fout, omdat ze geen denkproces in hun hersenen hebben dat kan ingrijpen en verwarring kan veroorzaken. Als we problemen zien bij dieren, zoals we bijvoorbeeld zien bij bijen in deze huidige tijd, dan is dat omdat de mens in de natuur heeft ingegrepen. De mens heeft de mogelijkheid tot denken gekregen, dat hoort bij het geschenk van vrije wil. En met ons denken zijn we erin geslaagd om verwarring en chaos te scheppen, en om te verwoesten wat JHWH ons had gegeven om te beschermen. Wij moeten leren om met onze vrije wil de juiste keuzes te maken: keuzes van 100-voud leven en niet van 30- en 60-voud dood. We moeten dus leren om niet meer gericht zijn op onze eigen wil, onze eigen meningen en ons eigen denken. Dat is essentieel voor onze groei op de geestelijke ladder. Dieren vertegenwoordigen 100-voud leven en beelden het hart van JHWH uit.”

Heb JHWH lief met heel je hart

Luister, Israël! De HEERE, onze God, de HEERE is één! Daarom zult u de HEERE, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw kracht. Deze woorden, die ik u heden gebied, moeten in uw hart zijn. U moet ze uw kinderen inprenten en erover spreken, als u in uw huis zit en als u over de weg gaat, als u neerligt en als u opstaat. U moet ze als een teken op uw hand binden en ze moeten als een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn. U moet ze op de deurposten van uw huis en op uw poorten schrijven.”
Deuteronomium 6:4-9

Hoe hebben we JHWH lief? Het ligt op het puntje van onze tong om te antwoorden: door Zijn geboden te doen. Jesjoea zegt er namelijk dit over:

Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht.
Johannes 14:15

Maar wat bedoelt Jesjoea precies? Jesjoea gaat niet in tegen de Torah, tegen het Oude Testament. En in de Torah staat: “Daarom zult u de HEERE, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw kracht.” (Deuteronomium 6:5)

Moeten we JHWH liefhebben door Zijn geboden te doen? Of moeten we Hem liefhebben met heel ons hart, ziel en kracht? Of…. is dat met elkaar verbonden?

Hoe hebben we JHWH lief met heel ons hart? Als we verder lezen, dan legt de tekst dat zelf uit. We hebben Hem lief met heel ons hart door ‘deze woorden in ons hart te laten zijn’. Door ons hart dus te vullen met Zijn woorden van waarheid. En we hebben Hem lief door ‘ze tussen onze ogen te laten zijn’. Wat zit er tussen onze ogen? Dit verwijst naar ons denken. Door ons denken dus te vullen met Zijn woorden van waarheid. En we hebben Hem lief, als we ‘ze op de deurposten van ons huis schrijven’. Huis verwijst ook naar ons denken. Dit leg ik uit in mijn boek, in hoofdstuk ‘De schaal en het oordeel van de schalen’. Twee teksten die dat duidelijk laten zien zijn het huis op de rots uit Mattheüs 7:24, dat ons aanspoort om ons denken te funderen, te bouwen op Jesjoea Die de Rots is. En het verwijderen van het zuurdeeg, dat een symbool is van leugens en dwalingen (zie bijvoorbeeld het zuurdeeg van het onderwijs van de Farizeeën en Saduceeën dat dwaling was en waar Jesjoea voor waarschuwde in Mattheüs 16:6 en 12), uit ons huis tijdens het feest van de ongezuurde broden uit Exodus 12:15. En dat verwijst naar het verwijderen van leugens en dwalingen uit ons denken. Tenslotte hebben we Hem lief door er met de ‘kinderen over te spreken’. De geestelijke betekenis van kinderen verwijst naar de kleinsten in het Koninkrijk, de 30- en 60-voud die nog niet geestelijk volwassen zijn. We hebben Hem dus lief door het onderwijzen van Zijn waarheid aan de geestelijke kinderen van het Koninkrijk. De begrippen 30- en 60-voud komen uit de gelijkenis van de zaaier en verwijzen naar fasen van geestelijke groei. We hebben Hem dus lief als we ons hart en denken vullen met Zijn waarheid en ons niet keren tot leugens en dwalingen, en als we vervolgens deze waarheid aan anderen onderwijzen.

Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht.”

Hoe kunnen we het sjema uit Deuteronomium 6:4-9 verbinden aan deze uitspraak van Jesjoea? Als Zijn woorden van waarheid in ons denken zijn, dan verandert dat ons hart. En omdat we leven, handelen en spreken vanuit wat we in ons hart geloven leven, handelen en spreken we vanuit leugen of waarheid in ons. Als Zijn woorden van waarheid in ons denken en hart zijn, dan verandert, vernieuwt (Efeziërs 4:23) dat ons denken en hart en gaan we steeds meer lijken op Jesjoea (Efeziërs 4:15). Eén van de gevolgen is dat we automatisch gaan leven naar Zijn leefregels en instructies (Torah), omdat dat Zijn hart is. Als ons hart één wordt met Zijn hart, dan willen we niet anders en dan kunnen we niet anders.

Aan het wel of niet in acht willen of kunnen nemen van Zijn geboden, is dus te zien in welke mate we Hem liefhebben met heel ons hart. Waar we falen is er een leugen of dwaling in ons hart die ons verhindert om vanuit de waarheid te leven en te veranderen naar Zijn beeld. We moeten dan niet proberen om vanuit menselijke kracht te forceren de geboden na te leven, want dat is slechts symptoombestrijding. We moeten de oorzaak aanpakken en dat is de leugen of dwaling in ons hart. Jesjoea bedoelt dat wie Hem liefheeft, wie zijn hart dus vult met Zijn woorden van waarheid, vanzelf Zijn geboden in acht gaat nemen als gevolg van een veranderd hart en denken. Aan het inachtnemen van de geboden is dus de staat van ons hart en denken, de mate van onze geestelijke groei, af te lezen. De diepere geestelijke boodschap en focus van het Woord richt zich tot ons hart en denken. Als ons wordt opgedragen om de geboden te doen, dan verwijst ook dat naar ons hart en denken. Vanuit een veranderd hart en denken gaan we leven naar Zijn leefregels, Zijn geboden. Deels kunnen we het leven naar Zijn geboden bereiken uit eigen menselijke kracht. Is de uitkomst dan niet hetzelfde? Wellicht is aan de buitenkant niet altijd te zien of ons leven en gedrag vanuit menselijke kracht is bewerkstelligd of vanuit een door Hem veranderd denken en hart. Alleen JHWH kan zien wat er ten diepste in ons hart en denken is. Maar de reikwijdte van de geboden gaat verder dan alleen het naleven van de letterlijke tekst.

Maar wij weten dat de wet geestelijk is.” Romeinen 7:14

Met een veranderd hart en denken gaan we ook leven naar de geestelijke bedoeling van de Torah. We zullen bijvoorbeeld niet alleen iemands lichaam niet doden (letterlijk), maar ook iemands geest niet langer doden of dood houden door het verkondigen van leugens en dwalingen (geestelijk). We zullen bijvoorbeeld geen overspel plegen in ons aardse huwelijk (letterlijk) maar ook niet langer met geestelijke afgoden (geestelijk). We plegen overspel met geestelijke afgoden als we ons keren tot leugens en dwalingen in ons denken en hart in plaats van Zijn waarheid. Met een door Zijn woorden van waarheid veranderd hart en denken houden we dus Zijn geboden in acht, letterlijk en geestelijk. En dat kunnen we niet anders bereiken dan door de vernieuwing van ons denken.

en wordt vernieuwd in de geest van uw denken.” Efeze 4:23

 

 

Ontmand zijn om het Koninkrijk

Want er zijn ontmanden die uit de moederschoot zo geboren zijn; en er zijn ontmanden die door de mensen ontmand zijn; en er zijn ontmanden die zichzelf ontmand hebben om het Koninkrijk der hemelen. Wie dit vatten kan, laat die het vatten.”
Mattheüs 19:12

In Mattheüs 19 vinden we onderwijs van Jesjoea over echtscheiding. Jesjoea verwijst in Zijn onderwijs naar een diepere betekenis, die zijn toehoorders niet goed begrepen. Jesjoea zegt: “Niet allen vatten dit woord, maar alleen zij aan wie het gegeven is” en “wie dit vatten kan, laat die het vatten”. In Mattheüs 13 geeft Jesjoea hetzelfde antwoord op de vraag van Zijn discipelen waarom Hij in gelijkenissen spreekt. Ook daar zegt Hij dat het niet aan iedereen gegeven is om Zijn onderwijs te begrijpen (Mattheüs 13:11). In een eerder blog heb ik uitgelegd op welke diepere betekenis Jesjoea doelde met Zijn onderwijs over echtscheiding. In dit blog ga ik verder met de tekst over ontmanden.

De tekst noemt drie verschillende ontmanden. Het woord dat in deze tekst wordt vertaald met ontmande is eunuch (eunuchos). In het Nieuwe Testament komt dit woord alleen nog voor in Handelingen 8. Daar wordt dit woord gebruikt in een context van geestelijk zicht krijgen op de diepere betekenis van het Woord. In Handelingen 8 is de eunuch een machtig heer, wiens geestelijke ogen door de uitleg van Filippus geopend werden waardoor hij de diepere betekenis van het Woord begreep en kon zien hoe de Geschriften bewijzen dat Jesjoea de Messias is. De diepere betekenis begrijpen we pas als onze geestelijke ogen geopend worden, zoals ook gebeurde bij de Emmaüsgangers in Lukas 24. In de context van Handelingen 8 verwijst de geschiedenis van de kamerheer naar het geestelijk volwassen worden door het aannemen van de waarheid van JHWH, die werd onderwezen door de (in deze context) geestelijk volwassen Filippus. Het Hebreeuwse woord in het Oude Testament dat met eunuch wordt vertaald, is het woord met strongnummer 5631. Dit woord wordt ook in het Oude Testament gebruikt voor een hooggeplaatste dienaar, een hoveling. De geestelijke betekenis van het woord eunuch of ontmande, verwijst dus duidelijk naar een hoge geestelijke status, naar geestelijke volwassenheid. Dat is de geestelijke status van 100-voud uit de gelijkenis van de zaaier van Mattheüs 13. De dertigvoudige, zestigvoudige en honderdvoudige vrucht uit de gelijkenis van de zaaier vertegenwoordigen gradaties van geestelijke groei naar geestelijke volwassenheid van het Koninkrijk.

De eerstgenoemde ontmanden in de tekst van Mattheüs 19 worden genoemd in een context van geboren en moederschoot. Geboorte verwijst naar geestelijke wedergeboorte in de geestelijke status van 100-voud, van geestelijke volwassenheid. Een moeder is waar we allemaal vandaan komen en die we op een bepaald moment ook weer zullen verlaten om verder te groeien (Genesis 2:24). De geestelijke betekenis van moeder verwijst naar de lagere geestelijke statussen van 30-voud en 60-voud, waar we vandaan komen en vanwaar we verder kunnen groeien naar 100-voud geestelijke volwassenheid. Deze tekst uit Mattheüs 19 vertelt ons dat geestelijke ontmanden voortkomen uit de moederschoot van 30-voud en 60-voud en van daaruit geboren worden in, groeien naar, de geestelijke status van 100-voud. Hier wordt dus verwezen naar het proces van geestelijke groei naar geestelijke volwassenheid.

De tekst noemt een tweede groep ontmanden, die door mensen ontmand zijn. We hebben gezien dat een ontmande verwijst naar de geestelijke status van 100-voud geestelijke volwassenheid. We kunnen deze gradatie van geestelijke groei volgens deze tekst dus bereiken door mensen. In deze context wordt verwezen naar geestelijk volwassen mensen die, net zoals Filippus uit Handelingen 8, de waarheid van JHWH en de diepere betekenis van het Woord onderwijzen. Het onderwijs van deze mensen geeft de 30- en de 60-voud de mogelijkheid om te groeien naar de geestelijke status van 100-voud geestelijke volwassenheid, als ze dit onderwijs als waarheid aannemen.

De laatste in de tekst genoemde ontmanden worden genoemd in de context van het Koninkrijk. Dit is een duidelijke aanwijzing dat dit onderwijs van Jesjoea (zoals praktisch al Zijn onderwijs) betrekking heeft op het Koninkrijk, het Koninkrijk in ons (Lukas 17:20-21). We moeten de betekenis van deze tekst dus zoeken in relatie tot het Koninkrijk, zoals we hierboven ook hebben gedaan. Een ontmande verwijst naar een geestelijke status van het Koninkrijk. Zoals we hebben gezien, verwijst het woord ontmande naar een hoge geestelijke status, naar geestelijke volwassenheid. In deze tekst wordt het ‘Koninkrijk der hemelen’ gebruikt. De geestelijke betekenis van hemel verwijst naar de geestelijke status van 100-voud (aarde verwijst naar de geestelijke statussen van 30-voud en 60-voud). Dit leg ik uit in mijn boek, in hoofdstuk ‘Boven en beneden’. Dit is nog een aanwijzing dat de geestelijke betekenis van een ontmande verwijst naar de status van geestelijke volwassenheid. De tekst geeft aan dat je in het Koninkrijk der hemelen komt, dus de geestelijke volwassenheid van 100-voud bereikt, als je jezelf ‘ontmant’. Het is belangrijk om te begrijpen wat er nodig is om geestelijk verder te kunnen groeien. Om geestelijk verder te kunnen groeien, moet je je van iets ‘ontdoen’. Jezelf ontmannen betekent dat je je ontdoet van de zonde, van de leugens en dwalingen in je denken en je hart, en Zijn waarheid aanneemt zodat je groeit naar de geestelijke status van 100-voud ontmande of eunuch. Om geestelijk verder te kunnen groeien, naar geestelijke volwassenheid, is het noodzakelijk om alle leugens en dwalingen uit ons denken en ons hart te verwijderen. Leugens en dwalingen zijn in de kern wat het begrip zonde inhoudt. We leven en handelen vanuit wat er in ons hart en denken is. Ook dit wordt uitgebreid uitgelegd in mijn boek.

De tekst uit Mattheüs 19 zegt dus dat een geestelijk ontmande, een 100-voud geestelijk volwassene, wordt geboren, voortkomt, uit de 30- en 60-voud moeder, geestelijk is gegroeid door het aannemen van het onderwijs van de waarheid van andere 100-voud geestelijk volwassenen en de leugens en dwalingen uit zijn hart en denken heeft verwijderd.

Dat algemeen bekend is dat eunuchs letterlijk (behoorlijk) in het vlees gesneden zijn, kan een bevestiging zijn van de geestelijke betekenis waar het begrip eunuch of ontmande in het Woord naar verwijst. Het is een buitenbijbels gegeven en kan dus slechts dienen als ondersteuning van wat we in het Woord zelf al terugvinden. Ontmannen heeft een verband met de besnijdenis. De vleselijke besnijdenis verwijst naar de besnijdenis van het hart (zie o.a. Romeinen 2) en dat is het ‘wegsnijden’ (verwijderen) van de zonde, van de leugens en dwalingen (het vlees) in ons denken en hart, waardoor we groeien naar de geestelijke status van 100-voud geestelijke volwassenheid, met als einddoel dat we gaan lijken op Jesjoea de Messias.
“maar dat wij, door ons in liefde aan de waarheid te houden, in alles toe zouden groeien naar Hem Die het Hoofd is, namelijk Christus.” Efeziërs 4:15

 

USA