Het hele huis

“Hoor het woord van de HEERE, huis van Jakob en alle geslachten van het huis van Israël” Jeremia 2:4

In de Bijbel wordt huis vaak gebruikt in de betekenis van familie, gezin, of geslacht. Het huis van David bijvoorbeeld, of Jozua die stelt “Maar ik en mijn huis, wij zullen de HEERE dienen” (Jozua 24:15). Ook hier is huis niet letterlijk bedoeld, het gaat om het geslacht, of gezin van David en van Jozua, en niet om hun letterlijke huis. Huis wordt ook gebruikt in de geestelijke betekenis van ons denken. Is er een verband tussen die twee?

Waarom wordt in de Bijbel soms het hele ‘huis’ betrokken bij de consequenties van één individu dat een ernstige zonde heeft begaan? We zien het bij de farao wiens hele huis werd geslagen vanwege Sarai (Genesis 12:17), of bij Korach toen hij opstond tegen Mozes (Numeri 16). Ook de zonen en zelfs de kleine kinderen werden gedood. Mijn gedachten hierbij zijn dit. Het opvoeden van de kinderen in je ‘huis’, in je gezin, betekent dat zij grotendeels jouw gedachten overnemen. Natuurlijk ontwikkelen we ook onze eigen meningen en ideeën, maar in ons denken zijn vaak flink wat sporen te vinden van de gedachten van onze ouders. De leugens en dwalingen in de gedachten van de ouders gaan zo over op de kinderen. En zo gaan leugens en dwalingen de generaties door. Als bij een ernstige zonde (dat begint bij de leugens en dwalingen in ons denken, de gedachtespinsels van Genesis 6:5) de gevolgen toekomen aan het hele ‘huis’, dan wordt de woekering van deze leugens en dwalingen door de geslachten op dat moment gestopt.

In deze Westerse maatschappij in deze huidige tijd zijn we redelijk individualistisch ingesteld. In Bijbelse tijden was dat heel anders. JHWH is een God van generaties, van families en van het collectief. Hij sluit Zijn verbond met generaties, met een collectief. Hij roept de generaties (Jesaja 41:4). In het ‘huis’ Israël zullen alle geslachten gezegend worden (Genesis 28:14). Alle geslachten moeten Hem eer geven (Psalm 96:7). Het hele ‘huis’ dus. Een ‘huis’ dat kan worden afgebroken door leugens en dwalingen. Maar ook een ‘huis’ dat gedoopt wordt (Handelingen 16), en een ‘huis’ dat we samen bouwen tot een huis van God. Als Zijn gedachten onze gedachten zijn (Jesaja 55:8).

“Zo bent u dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de hoeksteen is, en op Wie het hele gebouw, goed samengevoegd, verrijst tot een heilige tempel in de Heere; op Wie ook u mede gebouwd wordt tot een woning van God, in de Geest.” Efeze 2:19-22

Wat zijn jullie gedachten hierover? Laat het me weten via de mail, of praat mee via Facebook.

USA