In de diepere geestelijke betekenis zien we in Jesaja 29 de geestelijke groei van een 30- en 60-voud denken en hart met leugens en dwalingen naar een 100-voud denken en hart gevuld met Zijn waarheid. Dit hoofdstuk gaat over mensen die op het eerste gezicht goed Bijbels bezig lijken te zijn: ze eren JHWH (vers 13), ze houden de voorgeschreven feesten (vers 1) en allerlei geboden (vers 13). Toch staat er dat JHWH het nodig vond om deze mensen in het nauw te drijven, te verdrukken (vers 2). Dit doet Hij in de letterlijke tekst door het volk te laten belegeren (vers 3), maar het woord ‘bolwerken’ in vers 3 wordt door Paulus in 2 Korinthe 10:4 ook geestelijk gebruikt. Dan gaat het om valse redeneringen en gedachten die zich verheffen tegen de kennis (waarheid) van JHWH (2 Korinthe 10:5): leugens en dwalingen in ons denken dus. Leugens en dwalingen die Hij stuurt, om ons te verdrukken.
Misschien denk je nu: maar wacht eens even, leugens en dwalingen vanuit Hem? Bij Hem is toch alleen maar waarheid? Maar ook in 2 Thessalonicenzen 2:11-12 staat dat als we Zijn waarheid niet geloven, Hij dwalingen kan zenden zodat we in leugens gaan geloven. Zolang ons denken en hart niet volledig is gevuld met Zijn waarheid, zijn we kwetsbaar voor het geloven in leugens. 2 Thessalonicenzen is een brief die is geschreven aan gelovigen (de gemeente van Thessalonica, zie 2 Thessalonicenzen 1:1), om hen te behoeden voor wankelen en misleiding door een woord of brief: leugenwoorden die we horen of lezen dus (2 Thessalonicenzen 2:2-3).
Terug naar Jesaja 29. In vers 4 wordt duidelijk dat het resultaat van de verdrukking door de leugens en dwalingen die Hij stuurt, zal zijn dat we vernederd worden en onze woorden vanuit de leugens en dwalingen in ons denken niet meer zo overtuigend en daadkrachtig zullen klinken. Ze zullen worden verteerd door een vlam van verterend vuur (vers 6). Dit vuur is Zijn Woord van waarheid (Jeremia 23:29). Dan zullen niet langer onze woorden vanuit leugens en dwalingen, maar Zijn woorden overtuigend en daadkrachtig klinken (vers 6). Dan gaan we honger krijgen naar Zijn waarheid, want we beseffen dat het ‘eten’ van leugens en dwalingen niet verzadigt (vers 8). Dit wordt nog duidelijker als we de Hebreeuwse tekst letterlijk vertalen, want dan staat er: “hij eet, maar als hij ontwaakt is zijn ziel leeg”. De Engelse King James vertaalt dit wel duidelijker: “he eateth; but he awaketh, and his soul is empty”. Naarmate we tot meer besef komen van leugens en dwalingen, en van Zijn waarheid die daar tegenover staat, gaan we ontwaken uit de diepe slaap die de leugens en dwalingen ons gebracht hebben (vers 10). We ontdekken dat we dachten dat we heel wat wisten (zie ook 2 Timotheüs 3:7), maar beseffen nu dat Zijn Woord wel verzegeld leek (zie ook Mattheüs 13:10-16): we konden het niet lezen (vers 11 en 12). Vers 13 zegt dat dit komt omdat we weliswaar dachten Hem te eren met onze woorden, maar ons hart bleek ver weg van Hem te zijn. Het waren niet Zijn woorden van waarheid in ons hart. Maar leugens en dwalingen, die we hadden geleerd van andere mensen. En dit bleek wereldse wijsheid te zijn, en werelds verstand (vers 14) (zie ook 1 Korinthe 1:19-20).
Maar na dit besef dat onze wijsheid in feite leugens en dwalingen waren, en we daardoor gaan hongeren naar Zijn waarheid, zullen we Zijn woorden gaan horen. We zullen worden verlost van de duisternis van leugens en dwalingen, en we zullen geestelijk gaan zien (vers 18) (zie ook weer Mattheüs 13:10-16). Dat zal pas echt blijdschap geven (vers 19). Waar we eerst dwaalden in onze geest door leugens en dwalingen, zullen we tot inzicht komen in Zijn waarheid doordat we Zijn onderwijs zullen aannemen (vers 24). En Zijn onderwijs gaat over Zijn Koninkrijk, in ons hart en denken (Lukas 17:21).
Als je nu Jesaja 29 leest, hoe lees je ‘m dan anders?