Paulus’ doorn in het vlees

Wat wil het begrip, of woord, doorn in de bijbel ons zeggen? Het onderzoeken van andere bijbelteksten waar dit woord wordt gebruikt, geeft inzicht. Op deze manier ontdek je de geestelijke betekenis van de woorden die in de bijbel worden gebruikt, aan de hand dus van de consistente patronen van gebruik van de woorden in de bijbel. Een gemakkelijk voorbeeld is het woord rots, dat geestelijk naar de Messias verwijst. Maar waar verwijst een doorn naar?

In Genesis 3 wordt de aarde vervloekt als gevolg van de zondeval: er zullen dorens opkomen (vers 18). Wat is zonde in de kern precies? Genesis 6:5 vermeldt de reden van de zondvloed en dat zijn onze ‘gedachtenspinsels’: onze gedachten dus. Genesis 8:21 bevestigt dit. Zonde is dus het denken van de mens, dat sinds de zondeval niet meer één is met het denken van JHWH (zie ook Jesaja 55:8). En alles wat niet één is met Hem, is dwaling en leugen. Zonde zijn dus leugens en dwalingen in ons denken waar we in geloven. De diepste kern zijn onze gedachten, want daar komen onze handelingen uit voort. Voor de zondeval waren er nog geen dorens, toen was ons denken nog één met JHWH. Na de zondeval kwamen die geestelijke dorens: die leugens en dwalingen. Spreuken 22:5 adviseert ons ver van dorens (leugens en dwalingen dus) te blijven. In Spreuken 24:30 zit een akker van een luiaard vol met dorens: als je (geestelijk) lui bent, dan ben je vatbaarder voor het geloven van leugens en dwalingen. In Jesaja 32:13 en 34:13 zijn er dorens in huizen en paleizen. Ook de geestelijke betekenis van huis of paleis is ons denken (zie bijvoorbeeld Lukas 6:48-49: het fundament van het denken van de wijze man is de Rots Jesjoea; het geloven, aannemen in ons denken van de waarheid die Jesjoea onderwijst maakt wijs). Deze teksten wijzen dus op leugens en dwalingen in ons hoofd, zonde dus, als de geestelijke betekenis van dorens.

De doorn in Paulus’ vlees in 2 Korinthe 12 zijn dus de dwalingen en leugens in zijn denken waar hij tegen strijdt. Dat is de reden waarom Paulus zich niet verheft, of wil verheffen (vers 6, 7). Omdat hij weet dat, ondanks de visioenen en openbaringen die hij heeft ontvangen (vers 7) en hij daardoor zou kunnen denken dat hij een geestelijk ‘supermens’ is, ook zijn gedachten nog niet één zijn met JHWH. Het is de strijd in zijn denken, die we allemaal hebben. Het is onze strijd tegen de zonde die we moeten strijden, de leugens en dwalingen in ons denken waar we in geloven en die ons geestelijk zicht belemmeren. Die leugens en dwalingen moeten we weliswaar zelf aanpakken, we moeten zelf ons denken vernieuwen (Efeze 4:23), maar die strijd kunnen we niet uit eigen kracht strijden. We hebben daar de kracht van Jesjoea voor nodig, van Zijn Geest (vers 9). Wij, ons vlees, ons denken, is zwak, maar Jesjoea is machtig (vers 10)!

USA