Levende doden – de opstand van Korach

Het verhaal van de opstand en vernietiging van Korach en zijn aanhangers uit Numeri 16 is een letterlijk gebeurd verhaal, uit de geschiedenis van het volk Israël, dat voor ons is in het Woord is opgetekend. Volgens 2 Timotheüs 3:16 is “heel de Schrift door JHWH ingegeven en nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid”. Wat is de betekenis van deze geschiedenis en hoe onderwijst ons dit vandaag nog tot opvoeding in rechtvaardigheid?

Korach staat in deze geschiedenis symbool voor de goddelozen. We kunnen denken dat die ver van ons af staan, want wij geloven in JHWH, wij geloven in Jesjoea, dus wij zijn niet goddeloos. Als we zo redeneren, dan zou de boodschap van deze tekst niet voor ons zijn en dan missen we de kans om ons hierdoor te laten onderwijzen of te laten opvoeden tot rechtvaardigheid. We kunnen ons de boodschap van dit gedeelte uit Numeri 16 wel degelijk aantrekken. En als we dat doen, dan grijpen we de kans om ons door deze boodschap te laten veranderen en daardoor geestelijk te groeien.

Korach en zijn aanhangers kwamen in opstand tegen Mozes (vers 2). Omdat Mozes door JHWH was aangesteld, was dit ten diepste een opstand tegen JHWH Zelf (vers 11). Hun aanklacht was dat Mozes en Aäron zich teveel verhieven boven het volk. Daarbij ontkenden ze dat Mozes en Aäron door JHWH Zelf in deze positie waren aangesteld. Dit was een leugen, vanuit het opstandige denken en hart van Korach en zijn aanhangers. En een leugen is de kern van wat zonde is. Onze opvatting van zonde is meestal het overtreden van de geboden. Maar dan draaien we het om. Het overtreden van de geboden is een gevolg van zonde, niet andersom. Wat zonde in de kern is, wordt duidelijk als we de reden van de zondvloed kennen. Wat de zondvloed heeft veroorzaakt staat in Genesis 6:5: “En de HEERE zag dat de slechtheid van de mens op de aarde groot was, en dat al de gedachtespinsels van zijn hart elke dag alleen maar slecht waren”. En in Genesis 8:21, na de zondvloed, staat: “de gedachtespinsels van het hart van de mens zijn immers slecht, van zijn jeugd af”. Mattheüs 24:37 vertelt ons dat er nog steeds niks veranderd is. Zonde is dus de ‘gedachtespinsels van ons hart’, ons denken en ons hart dus. Zonde is het denken van de mens dat sinds de zondeval niet meer één is met de gedachten van JHWH. Zonde begint in ons denken en kan zich vervolgens uiten in handelen of, zoals in deze tekst, in uitspraken die we doen. Het opstandige hart van de Korachieten staat in deze geschiedenis in schril contrast met het hart van Mozes, waar hij in vers 28 zegt dat de daden die hij verrichtte niet uit zijn eigen hart kwamen. Mozes handelde vanuit het hart van JHWH, niet vanuit zijn eigen hart. Zijn handelen en ook de uitspraken die hij deed, waren daarom ook vanuit JHWH.

Wat opvalt in dit tekstgedeelte, is dat JHWH meerdere keren oproept tot afzondering van de goddelozen: in vers 21, 24, 26 en 45. De herhaling benadrukt de noodzaak hiervan. De heiligen moeten zich afzonderen van de goddelozen. In vers 5 staat dat de heiligen in JHWH’s nabijheid mogen komen. Als we dit verbinden aan het hart van Mozes uit vers 28, dan zien we dat een kenmerk van een heilige is dat hij niet handelt en spreekt vanuit zijn eigen hart, maar vanuit het hart van JHWH in hem. Hoe heiliger en dus minder opstandig ons hart en denken is, hoe meer we in Zijn nabijheid mogen komen. Hoe dichter we bij Hem zijn, hoe duidelijker we Zijn stem kunnen verstaan, omdat onze eigen stem verstomt.

JHWH roept niet alleen op om bij de goddelozen vandaan te gaan, in vers 24 roept Hij op om bij hun woningen vandaan te gaan en in vers 26 bij hun tenten. Woningen, tenten of huizen zijn letterlijk verblijfplaatsen waar we in kunnen wonen. Maar huizen verwijzen in het Woord ook naar ons hoofd, ons denken. Toen Mirjam in Numeri 12 het gezag van Mozes in twijfel trok, deed zij hetzelfde als Korach in Numeri 16. Het gevolg was dat zij werd getroffen door melaatsheid. Melaatsheid verwijst naar zonde. In 2 Kronieken 26:19 verschijnt er melaatsheid op het voorhoofd, de plek waar ons denken zit en dus ook de leugens die zonde zijn. Als in Leviticus 14:34 staat dat een huis melaats kan zijn, dan wordt verwezen naar de zonde in ons denken, in ons hoofd. En als we weten dat het woord ‘rots’ in de bijbel verwijst naar Jesjoea, dan begrijpen we dat Lukas 6:48-49 ons oproept om ons huis (ons denken) te bouwen (funderen) op de rots van de waarheid van Jesjoea.

Wat is de inhoud van ons huis? Zijn dat onze eigen, opstandige gedachten? Of zijn dat de gedachten van JHWH? We handelen en spreken naar wat er in ons denken is. Alle verkeerde huisraad, onze eigen opstandige gedachten, moeten we uit ons huis zetten. Daar verwijst Jesjoea naar in Mattheüs 13:52 en dat is ook de diepere geestelijke betekenis van de reiniging van de tempel, het huis van JHWH, in Mattheüs 21:12. 1 Korinthe 6:19 zegt dat ons lichaam de tempel van de Heilige Geest is. Waar zou de Heilige Geest anders zitten, dan in ons denken en ons hart? Maar welke onheilige dingen van onszelf bevinden zich daar nog? Het uit ons huis zetten van onze opstandige gedachten, die leugens en zonde zijn, doen we door het aannemen van Zijn waarheid. Daardoor groeien we geestelijk, steeds dichter naar Hem toe. In de oproep van JHWH om bij de woningen van de goddeloze Korachieten vandaan te gaan, kunnen we dus lezen dat JHWH ons oproept om ons van het denken en de redeneringen van de goddelozen te distantiëren, zodat we hun zondige gedachten en redeneringen niet in ons denken overnemen. En omdat iedereen wel in meer of mindere mate handelt en spreekt vanuit zijn eigen denken en hart, in plaats vanuit het denken en hart van JHWH, is goddeloze een breed begrip. De oproep om ons van de goddelozen af te zonderen, is een oproep tot heiliging en afzondering in ons denken.

In vers 30-33 wordt een afschuwelijke gebeurtenis beschreven: de goddelozen dalen levend af in het graf als JHWH in een sinkhole, of zinkgat, voorziet. We kunnen levend dood zijn. Dat bedoelt Jesjoea als Hij in Mattheüs 8:21 zegt dat de doden de doden maar moeten begraven. Letterlijke dode lichamen kunnen geen dode lichamen begraven, dus Jesjoea verwijst hier naar geestelijke dode mensen. Romeinen 6:23 zegt dat het loon van de zonde de dood is. Naast het feit dat ons lichaam uiteindelijk zal sterven, is het gevolg van zonde ook een dode geest. De eerste mensen die hebben ervaren wat het is om levend te sterven, waren Adam en Eva. Als Adam en Eva van de vrucht van de boom van de kennis van goed en kwaad zouden eten, dan zouden ze sterven. Toen ze hiervan aten stierven ze niet direct lichamelijk, maar hun geest werd wel direct afgesneden van JHWH en stierf. De zonde van Adam en Eva begon in hun denken, toen zij in Genesis 3:6 de vrucht begeerden. Zij namen de leugen die hen werd voorgehouden in hun denken aan. Vervolgens handelden ze daarnaar en namen de vrucht en aten het. Hier zien we opnieuw hoe belangrijk het is dat we bij de woningen, de gedachten, van de goddelozen vandaan blijven. En hier zien we ook wat het effect is van leugens in ons denken, wat zonde in de kern is. Het houdt ons geestelijk dood. Terwijl JHWH geestelijk leven voor ons bestemd heeft. Alleen de boom des levens was voor ons bestemd. In vers 38 staat dat de aanhangers van Korach ten koste van hun leven gezondigd hebben. Dat geldt dus net zo goed voor geestelijk leven.

In het Woord worden twee andere mensen beschreven, die levend de aarde verlieten. Dit zijn Henoch, in Genesis 5:24 en Elia, in 2 Koningen 2:11. Het verschil met de Korachieten is dat Henoch en Elia levend naar de hemel opstegen, terwijl de Korachieten levend in de aarde afdaalden. De Korachieten keerden door hun zondige opstandige hart, door de zondige leugens in hun denken, terug naar het stof van de aarde (Prediker 12:7). Zonde heeft geen plaats bij JHWH en keert terug naar de aarde. Zonde, leugens, in ons denken en in ons hart verwijdert ons van JHWH. Van Henoch wordt in Genesis 5:24 gezegd dat Hij wandelde met JHWH. Zijn hart en denken waren één met het hart en denken van JHWH. Van Elia wordt in 1 Koningen 17:24 gezegd dat hij een man Gods was en zijn uitspraken woord van JHWH waren en daarom waarheid waren. Uitspraken van waarheid van JHWH komen uit een hart en denken dat één is met het hart en denken van JHWH. Daarom stegen Henoch en Elia op naar JHWH en daalden ze niet af naar de aarde. En natuurlijk verliet ook Jesjoea levend de aarde in Handelingen 1:9 en steeg Hij op naar de hemel. Jesjoea is ook afgedaald naar het dodenrijk, maar in Handelingen 2:24 en 31 staat dat de dood Hem niet kon vasthouden.

Ten slotte verteert in vers 35 het vuur van JHWH de aanhang van de goddeloze Korach. Hebreeën 12:29 zegt dat JHWH een verterend vuur is. Mattheüs 3:11 zegt dat Jesjoea zal dopen met de Heilige Geest en met vuur. In Handelingen 2:3-4 kwam de Heilige Geest vervolgens neer als tongen van vuur. In Johannes 14:17 wordt de Heilige Geest de Geest van waarheid genoemd. Wat is dus het vuur van JHWH en wat vernietigt het? Het vuur van JHWH is Zijn waarheid en dit vernietigt de leugens in ons denken en ons hart. Het gevolg is dat we geestelijk gaan groeien en geestelijk steeds meer gaan leven. Hetzelfde vuur van Zijn waarheid brengt de plaag onder het klagende volk tot stilstand in de afsluitende verzen 46-50. De plaag verwijst naar ons zieke denken en hart, dat genezen wordt als we het vuur van Zijn waarheid toelaten.

Hoe komen we nu van die leugens in ons opstandige denken af, die ons aanzetten tot dingen die we niet willen (Romeinen 7:19)?

1) Heilig jezelf, zet jezelf apart van de zonde. In het tekstgedeelte over de opstand van Korach, zien we dat JHWH ons oproept om bij de gedachten en redeneringen van de goddelozen vandaan te gaan. Zoals we hebben gezien, is goddeloze een breed begrip omdat iedereen wel in meer of mindere mate handelt en spreekt vanuit zijn eigen denken en hart. We moeten dus voorzichtig zijn met wat we in ons denken aannemen. Als we onszelf niet apart zetten van de zonde, van de leugens, dan zet zonde ons apart van JHWH (Jesaja 59:2). Zijn we dan niet vergeven door het bloed van Jesjoea? Absoluut! Maar vergeving brengt nog geen heiliging of verandering. Het is pas het begin van onze geestelijke groei naar een veranderd hart en denken én geestelijk leven.

2) Ontmasker de leugens in je denken. De kern van zonde is ons denken en ons hart. Het fundament van elke zondige gedachte, handeling of uitspraak is een leugen, die vernietigd moet worden door de waarheid. Eén van de grootste leugens is dat wij het zelf beter denken te weten dan JHWH, zoals de Korachieten dachten dat zij het beter wisten dan JHWH. Dit is een opstandig hart. Efeze 4:23 roept ons op om ons denken te vernieuwen. Hoe doen we dat? We ontmaskeren de leugens in ons denken door ons bezig te houden met de waarheid. Het recept tegen leugen is veel waarheid. Dompel je onder in Zijn waarheid. En die waarheid vinden we in Zijn Woord. Dompel je onder in Zijn Woord, maak hier ernst mee. Laat het vuur van Zijn waarheid, door de Geest die in je is, de leugens in jouw denken vernietigen. Zodat je geestelijk gaat groeien en gaat leven.

3) Hoe lezen we het Woord? We kunnen het Woord lezen om interessante kennis op te doen en daar is op zich niks mis mee. Zo kunnen we ons bijvoorbeeld verdiepen in de geschiedenis van de opstand van Korach en de letterlijk tekst helemaal uitpluizen, en bronnen onderzoeken die ons meer achtergrond kunnen verschaffen over deze geschiedenis. Ons doel is dan kennis opdoen. Dat kunnen we prima zelf, daar hebben we JHWH niet voor nodig. Dit is iets dat veel mensen doen, gelovig of niet. Maar het Woord lezen op deze manier verandert niet ons hart en denken. Als we ons hart en denken willen veranderen, als we geestelijk willen groeien, dan zullen we het Woord ook op een andere manier moeten lezen. We zullen het moeten lezen met het doel om het ons hart en denken te laten veranderen. We zullen moeten onderzoeken wat het Woord zegt tot ons denken en hart, en dit zal ons geestelijk veranderen. De betekenis van het onderwijs van Jesjoea, verbonden met de rest van het Woord, en de waarheid die we van daaruit gaan ontdekken over JHWH, over Jesjoea, over onszelf en over de wereld waarin we leven, moet diep bij ons binnenkomen zodat het ons kan veranderen naar Zijn beeld. We moeten het tot ons nemen, het eten als geestelijk brood vanuit de honger die diep binnen in ons is. Het Woord op die manier tot ons nemen, zodat het verandering uitwerkt, kunnen we niet vanuit onszelf. Als we het Woord ons denken en ons hart willen laten veranderen, als we geestelijk willen groeien, dan moeten we het lezen samen met Hem, samen met Zijn Geest Die in ons is. We moeten terwijl we lezen, luisteren naar de stem van de Geest in ons.

4) De Geest zal ons naar de waarheid leiden. Maar naar wie luisteren we? Luisteren we naar onze eigen stem, ons eigen ik, of naar de stem van de Geest in ons? De stem van de Geest zal altijd worden bevestigd in het Woord. Als we ons denken willen afstemmen op Zijn denken en ons hart op Zijn hart, dan moeten we leren onze eigen stem te onderscheiden van Zijn stem, en leren te gehoorzamen naar Zijn stem in plaats van naar onze stem. Dat is een proces en groei, dat is geestelijke groei. Zo verandert ons hart en worden we de mens die Hij bedoeld heeft, naar Zijn beeld. Zo gaan we lijken op Jesjoea, wat onze opdracht is volgens Romeinen 8:29 en 2 Korinthe 3:18. En Efeziërs 4:15 maakt duidelijk dat dit een groeiproces is. In Johannes 5:19 staat dat Jesjoea alleen deed wat Hij de Vader zag doen. Jesjoea deed niets vanuit Zichzelf en dacht dus ook niet vanuit Zichzelf. En in Johannes 15:5 zegt Jesjoea dat wij niets kunnen doen zonder met Hem verbonden te zijn, zoals een wijnrank is verbonden met de wijnstok. In de geschiedenis van de opstand van Korach staat het hart van Mozes symbool voor het veranderde hart, waar in vers 28 staat dat zijn daden niet uit zijn eigen hart voortkwamen. Als we het hart van JHWH hebben, dan komen onze daden voort uit Zijn hart. Dan doen we Zijn wil, dan kunnen we niet anders. Dan zondigen we niet meer, want Zijn hart kan niet zondigen. Dan leven we vanzelf naar Zijn regels en instructies, omdat dat Zijn hart is. Dan hoeven we het niet meer te proberen vanuit onszelf, vanuit onze menselijke kracht falen we daarin. Maar dan gaan we er vanzelf naar leven, vanuit ons veranderde hart en denken.

Spreekt deze uitleg je aan? Dan zal mijn boek je wellicht ook aanspreken. Je kunt het boek hier gratis downloaden.

USA