“God kwam ’s nachts tot Bileam en zei tegen hem: Kwamen die mannen soms om u te ontbieden? Sta op, ga met hen mee, maar u mag alleen dat doen, wat Ik tot u spreken zal. (…) En de engel van JHWH zei tegen Bileam: Ga met deze mannen mee, maar alleen het woord dat ik tot u spreken zal, mag u spreken. Daarop ging Bileam met de vorsten van Balak mee. (…) Toen zei Bileam tegen Balak: Zie, ik ben nu naar u toe gekomen; zal ik nu echter ook maar iets kunnen spreken? Het woord dat God mij in de mond legt, zal ik spreken. (…) Bileam antwoordde en zei tegen Balak: Heb ik niet tot u gesproken: Alles wat JHWH zal spreken, dat zal ik doen? (…) Al zou Balak mij zijn huis vol zilver en goud geven, ik zal het bevel van JHWH niet kunnen overtreden door uit eigen hart goed of kwaad te doen; wat JHWH spreken zal, dat zal ik spreken.”
Numeri 22:20, 22:35, 23:26, 24:13
Bileam de waarzegger en Jesjoea de Messias: twee tegengestelde karakters en personen; hoe kunnen die nu overeenkomsten hebben? In Numeri 22-24 vinden we het verhaal van Balak en Bileam. Omdat Balak, de koning van Moab, na Israëls overwinning op de Amorieten bang was geworden voor het volk Israël, liet hij de waarzegger Bileam roepen om het volk Israël te vervloeken. De vloeken werden zegeningen, omdat Bileam besloot alleen naar JHWH te luisteren en alleen Zijn woorden te spreken (Numeri 22:38, 23:26, 24:13) en niet te luisteren naar zijn eigen hart (Numeri 24:13), of het hart of de wens of verwachtingen van anderen (Balak).
Het volmaakte voorbeeld van het alleen doen van de wil van JHWH en niet Zijn eigen wil, is natuurlijk Jesjoea. In Johannes 5:19 staat: “Jesjoea dan antwoordde en zei tegen hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: De Zoon kan niets van Zichzelf doen, als Hij dat niet de Vader ziet doen, want al wat Deze doet, dat doet ook de Zoon op dezelfde wijze.” En in Johannes 6:38: “Want Ik ben uit de hemel neergedaald, niet opdat Ik Mijn wil zou doen, maar de wil van Hem Die Mij gezonden heeft.” Als Efeziërs 4:15, Romeinen 8:29 en 2 Korinthe 3:18 zeggen dat we op Jesjoea moeten gaan lijken, dan zouden ook wij alleen maar de wil van de Vader moeten willen doen, in elk opzicht. Als we daar eens een moment bij stil staan, als we echt gaan beseffen wat dat betekent, dan gaat dat heel ver! Dat is voor een mens toch onmogelijk?
Maar Jesjoea reikt ons hiervoor een sleutel aan in Johannes 15:5: “Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen.” Zoals Jesjoea niks kon doen zonder de Vader, kunnen wij niks (van betekenis) doen zonder Jesjoea. We kunnen niks doen zonder in Hem te zijn. Wat is de betekenis van deze uitdrukking ‘in Hem zijn’, die we vaak in het Nieuwe Testament tegenkomen? In Hem zijn betekent één met Hem zijn, in eenheid zijn met Jesjoea en met de Vader. Het één zijn met Hem is het gebed van Jesjoea’s hart in Johannes 17:21: “opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn”. Alleen in eenheid met Jesjoea en met JHWH kunnen we gelijk worden aan het beeld van Jesjoea. En dit gelijk worden aan Jesjoea heeft betrekking op ons innerlijk, op ons hart en ons denken. Vandaar uit vloeit vanzelf ons handelen voort. Gelijk worden aan Jesjoea doen we door ons hart en denken af te stemmen op het hart en denken van Jesjoea en de Vader. Zodat het niet meer ons hart is dat spreekt, zodat niet meer onze eigen gedachten overheersen, maar zodat het Zijn hart is dat spreekt en Zijn gedachten in ons denken zijn. En dat is een proces, dat is geestelijke groei, dat is heiliging.
In Numeri 24:13 zegt Bileam dat hij niet zou handelen vanuit uit zijn eigen hart, hetzij goed, hetzij kwaad. Dat kwaad handelen, of spreken, uit ons eigen hart niet de wil van JHWH is, dat begrijpen we wel. Maar dat goed handelen, of spreken, uit ons eigen hart óók niet de wil van JHWH is, dat beseffen we vaak minder goed. We doen, of spreken, toch goed? Hoe kan dat verkeerd zijn? Hiervoor moeten we helemaal terug in de geschiedenis, naar de Hof van Eden. Doordat onze voorouders in de Hof van Eden besloten te eten van de boom van de kennis van goed en kwaad, heeft de mens kennis gekregen van kwaad, maar ook van goed. Dit was niet de wil van JHWH. We moesten van de boom des levens eten. Goed vanuit de mens, is niet goed vanuit JHWH. JHWH wil geen werken uit ons eigen vlees, slechte noch goede werken. JHWH wil dat we alleen handelen en spreken vanuit Hem, dat we alleen Zijn wil doen. JHWH wil niet dat we spreken of handelen naar onze eigen wil, hoe goed we dan ook denken dat die zou zijn. En onze eigen wil is vaak heel sterk. Om te kunnen spreken vanuit Hem of te handelen naar Zijn wil, moeten we onze eigen wil opzij kunnen zetten en moet ons denken en ons hart gelijk zijn aan die van Hem. Want de bron van wat we zeggen en van wat we doen is ons denken en ons hart. Daarom zegt 2 Korinthe 3:5 dat we vanuit onszelf niet bekwaam zijn iets te denken, bedoeld wordt natuurlijk iets te denken dat naar Zijn wil is. Want zelf denken, dat kunnen we heel goed. Maar we moeten ons denken laten vernieuwen, zodat het gelijk wordt aan de Zijne. Dat is wat Paulus bedoelt in Efeziërs 4:23 en Romeinen 12:2. En dat is een proces, dat is geestelijke groei.
Hoe weten we hoe het gesteld is met onze geestelijke groei naar Zijn beeld? Als Jesjoea ons spiegelbeeld is en alleen deed wat Hij de Vader zag doen, wat komen we dan van onszelf tegen als we ons spiegelen aan Zijn beeld? Wat denken we, waarvan we weten dat dat niet uit Hem is? Wat spreken we, waarvan we weten dat dat niet uit Hem is? Wat doen we, waarvan we weten dat dat niet uit Hem is? Meestal weten we dat zelf heel goed. En meestal hebben we er wel berouw van, we belijden het, we willen het echt niet, maar we lijken het vaak niet in de hand te hebben. Om herhaling te voorkomen, proberen we dan ons handelen en onze mond te veranderen naar Zijn beeld. Soms lukt dat goed, soms minder goed. Soms lukt dat een tijdje, maar dan zwakt het toch weer af. Wat we dan eigenlijk doen, is uit eigen menselijke kracht proberen ons handelen te veranderen. We proberen goed te doen vanuit ons eigen hart. Maar we hebben gezien dat dat niet de wil is van JHWH. We proberen dan de symptomen aan te pakken, maar wat we zouden moeten aanpakken is de oorzaak, de diepere kern, de bron. We spreken en handelen naar wat er in ons hart en ons denken is. Als we niet spreken of handelen vanuit Hem, dan spreken of handelen we vanuit leugens die in ons hart en denken zijn. Ook al denken we dat die goed zijn, als het gedachten vanuit onszelf zijn dan is het niet naar Zijn wil en een leugen. Eén van de grootste leugens is dat wij het zelf beter denken te weten dan Hij. We brengen onze gedachten, uitspraken en handelen in overeenstemming met Zijn gedachten, uitspraken en handelen, door de leugens in ons denken te vervangen door de waarheid. Door ons denken te vernieuwen dus. Want vanuit onszelf zijn we niet bekwaam om iets (van betekenis) te denken.
Maar hoe gaan we denken vanuit Hem? Hoe vernieuwen we ons denken? Hoe vervangen we die leugens in ons denken door de waarheid van JHWH? De bron van waarheid is JHWH, en we vinden Zijn waarheid in Zijn Woord dat Hij ons gegeven heeft. Zijn Woord is waarheid en onze enige houvast, en in het verstaan van het Woord worden we geleid door de Geest der waarheid (Johannes 16:13). Als we met hulp van de Geest de waarheid van het Woord ons denken en ons hart laten veranderen, dan gaan we vanuit een veranderd hart en denken dat steeds meer lijkt op de Zijne, vanzelf handelen en spreken naar Zijn wil. Als we het hart van JHWH hebben, dan komen onze daden voort uit Zijn hart. Dan doen we Zijn wil, dan kunnen we niet anders. Dan zondigen we niet meer, want Zijn hart kan niet zondigen. Dan leven we vanzelf naar Zijn regels en instructies, omdat die vanuit Zijn hart zijn. Dan hoeven we het niet meer te proberen vanuit onszelf, vanuit onze menselijke kracht falen we daar toch in. Maar dan gaan we er vanzelf naar leven, vanuit ons veranderde hart en denken. Als ons hart en ons denken verandert en steeds meer op Hem gaat lijken, en we kijken terug op ons leven, dan zien we hoe we gaandeweg steeds meer zijn gaan leven naar Zijn leefregels en instructies. En dat vanzelf, niet vanuit dwang of kramp vanuit eigen menselijke kracht. Onze focus moet dus ons hart en denken zijn, niet Zijn wetten en leefregels. Als ons hart en denken verandert, dan gaan we vanzelf leven naar Zijn wetten en leefregels. Niet om goed te doen vanuit ons eigen hart, maar omdat we gaan leven vanuit een hart dat verandert naar Zijn hart.
Onze enige bron en houvast is dus het Woord. Maar hoe verstaan we het Woord? Hoe lezen we het Woord? We kunnen het Woord lezen om interessante kennis op te doen en daar is op zich niks mis mee. Zo kunnen we ons bijvoorbeeld verdiepen in de geschiedenis van Bileam en Balak en de letterlijk tekst helemaal uitpluizen, en bronnen onderzoeken die ons meer achtergrond kunnen verschaffen. Ons doel is dan kennis opdoen. Dat kunnen we prima zelf, daar hebben we JHWH niet voor nodig. Dit is iets dat veel mensen doen, gelovig of niet. Maar het Woord lezen op deze manier verandert niet ons hart en denken. Als we ons hart en denken willen veranderen, als we geestelijk willen groeien, dan zullen we het Woord ook op een andere manier moeten lezen. We zullen moeten onderzoeken wat het Woord zegt tot ons denken en hart, en dat zal ons geestelijk veranderen.
Wat is de focus van het Woord? Wie anders zou dat beter weten dan Jesjoea? Het onderwijs van Jesjoea ging over het Koninkrijk van God. Hij zegt in Lukas 4:43 zelfs dat dat de reden is dat Hij naar de aarde gezonden was. Belangrijk genoeg dus. In Mattheüs 6:33 zegt Jesjoea dat we dat Koninkrijk moeten zoeken. Dat klinkt niet als een vrijblijvendheid. Maar hoe kunnen we iets zoeken, waarvan we niet weten wat het is? Veel mensen denken bij het Koninkrijk dat dat iets is dat nog komt. En dat is gedeeltelijk waar. Maar Jesjoea kan in deze tekst niet naar het Koninkrijk verwijzen dat nog moet aanbreken, want dat kunnen we nu niet zoeken. Het moet dus iets zijn dat nu al binnen ons bereik is. Volgens Lukas 17:21 is het Koninkrijk binnen in ons. Maar wat betekent dat precies? Binnen in ons, onze diepste kern, is ons hart en denken. Het verwijst dus naar ons hart en denken dat veranderd, vernieuwd moet worden. Daarvoor is het belangrijk dat we het onderwijs van Jesjoea begrijpen. Jesjoea onderwees door middel van gelijkenissen, met gebruik dus van symbolische taal die een diepere, geestelijke betekenis heeft. In Mattheüs 13:11 geeft Hij aan dat Hij dit doet omdat de informatie over het Koninkrijk niet zomaar aan iedereen gegeven wordt. We moeten ernaar zoeken (Mattheüs 6:33). Het moet ons dus ernst zijn. En als we iets gaan zoeken, dan zijn we daarop gefocust, dan zijn we alleen maar daarmee bezig. Dat focust ons denken en ons hart. We moeten zoeken naar de betekenis van het onderwijs van Jesjoea over het Koninkrijk binnen in ons, we moeten zoeken naar de betekenis van de symboliek die Jesjoea gebruikte, de betekenis van de gelijkenissen die Hij uitsprak, en wat dat betekent voor ons denken en ons hart: het Koninkrijk binnen in ons. En omdat het Woord één is en 2 Petrus 1:20 zegt dat de Schrift geen eigenmachtige uitleg toelaat, moeten we die betekenis zoeken in het Woord zelf. De meeste begrippen die Jesjoea gebruikte in Zijn onderwijs, waren niet nieuw. Ze werden al gebruikt in de tekst van het Oude Testament, en ook in de geschriften die na de Evangeliën zijn geschreven wordt gebruik gemaakt van deze begrippen. Als we de diepere geestelijke betekenis van deze begrippen kennen, dan wordt de diepgang van het onderwijs van Jesjoea, en van de rest van het Woord, duidelijker en zal het ons gaan veranderen.
Een mooi en duidelijk voorbeeld is de gelijkenis uit Mattheüs 7 van de verstandige man die zijn huis op de rots bouwt. Met het begrip rots wordt in het Woord vaak verwezen naar Jesjoea. Een duidelijke tekst die deze verbinding maakt is 1 Korinthe 10:4, waar staat: “Zij dronken namelijk uit een geestelijke rots, die hen volgde; en die rots was Christus”. Deze tekst is verbonden met onder andere Exodus 17:6 en Numeri 20:11. Toen het volk Israël door de woestijn ging, ontving het water uit een rots. Dit verwijst naar het levende water van de waarheid dat de Rots, Jesjoea, ons wil geven (Johannes 4:10). In o.a. Deuteronomium 32:15 en 2 Samuël 22:47 vinden we de uitdrukking ‘de Rots van ons heil’. En 1 Samuël 2:2 zegt dat er geen rots is behalve onze God. We zijn volgens Jesjoea dus verstandig, als we op Hem bouwen, als Hij ons fundament is. Maar wat moeten we precies op Hem bouwen, waarvan moet Hij het fundament zijn? De gelijkenis zegt dat we ons huis op Hem moeten bouwen. De geestelijke betekenis van het begrip huis verwijst naar ons denken. In Leviticus 14:34 is er melaatsheid in een huis. Een letterlijk huis kan niet ziek zijn. Melaatsheid verwijst naar zonde. De geestelijke betekenis van Leviticus 14:34 verwijst dus naar zonde in ons denken. En dat is de kern van zonde. Zonde is het denken van de mens dat sinds de zondeval niet meer één is met de gedachten van JHWH. Het denken van de mens was ook de reden van de zondvloed (Genesis 6:5). Maar met de zondvloed was dit nog niet opgelost (Genesis 8:21, Mattheüs 24:37). Zondig handelen of spreken is een symptoom. De kern, de oorzaak, is ons zondig denken. In Job 5:3 wordt het huis van een dwaas vervloekt. Een vloek treft op zich geen doel op een letterlijk huis. Maar vloeken (leugens) in ons denken maken ons geestelijk dwaas. Tijdens het feest van de ongezuurde broden (Exodus 12) moet het gist uit ons huis worden verwijderd. De geestelijke betekenis van gist verwijst naar zonde. De diepere geestelijke betekenis van dit feest verwijst dus naar de verwijdering van zonde uit ons denken. In Mattheüs 13:52 geeft Jesjoea een gelijkenis over nieuwe en oude huisraad die uit een huis tevoorschijn worden gehaald. De oude huisraad verwijst naar ons eigen, ‘oude’, denken (onze oude natuur) en de nieuwe huisraad verwijst naar ons vernieuwde denken. Ook de diepere, geestelijke betekenis van de tempelreining uit Mattheüs 21:12 wordt dan duidelijk. De tempel is het huis van JHWH, dus ook hier is weer sprake van een huis. De geestelijke betekenis van de tempelreiniging verwijst naar de reiniging van ons denken, naar het verwijderen van de leugens door het aannemen van de waarheid van het Woord. Naar het vernieuwen van ons denken dus. Wat Jesjoea ons dus wil uitleggen met deze gelijkenis in Mattheüs 7, is dat we verstandig zijn als we ons denken bouwen op Hem, op Zijn waarheid, op de waarheid van Zijn Woord, op Zijn onderwijs.
Als we het Woord gaan lezen vanuit deze focus die Jesjoea Zelf in Zijn onderwijs legt, zal dit gaan uitwerken dat het Koninkrijk zich geestelijk in ons gaat ontwikkelen. Naarmate we de diepere, geestelijke betekenis van het onderwijs van Jesjoea, in eenheid met de rest van het Woord, meer en meer gaan ontdekken zullen we daar ook naar veranderen omdat dat het Koninkrijk binnen in ons vormt, in ons hart en denken.
Nog even terug naar de Hof van Eden en naar de twee specifieke bomen die daar stonden: de boom van de kennis van goed en kwaad, waar we niet van mochten eten, en de boom des levens, waar we wel van mochten eten. Kwaad was niet de wil van JHWH, maar ook goed was niet de wil van JHWH. Wat de wil van JHWH voor ons was – en is –, is leven. Als ons hart en denken steeds meer veranderen naar het beeld van Jesjoea en JHWH, als we steeds meer geestelijk gaan groeien en het Koninkrijk binnen in ons zich steeds meer gaat ontwikkelen, dan zullen we het geestelijke leven waar de boom des levens symbool voor staat steeds meer ontvangen.
“totdat wij allen komen tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de maat van de grootte van de volheid van Christus, opdat wij geen jonge kinderen meer zouden zijn, heen en weer geslingerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer, door het bedrog van de mensen om op listige wijze tot dwaling te verleiden, maar dat wij, door ons in liefde aan de waarheid te houden, in alles toe zouden groeien naar Hem Die het Hoofd is, namelijk Christus.”
Efeziërs 4:13-15
Meer over de geestelijke betekenis van het onderwijs van Jesjoea en van de rest van het Woord – en uitleg van de geestelijke betekenis van meer bijbelse begrippen – staat beschreven in mijn boek dat je hier gratis kunt downloaden.