“Maar Ik zeg u: Wie zijn vrouw verstoot anders dan om hoererij en met een ander trouwt, die pleegt overspel, en wie met de verstotene trouwt, pleegt ook overspel.”
Mattheüs 19:9
Het woord vrouw heeft, afhankelijk van de context waarin het wordt gebruikt, twee verschillende geestelijke betekenissen. Dit leg ik uit in mijn boek, in hoofdstuk ‘De vrouw’. Een vrouw kan verwijzen naar de geestelijke status van 100-voud, of naar de geestelijke status van 60-voud. De geestelijke statussen 30-voud, 60-voud en 100-voud zijn afgeleid van de gelijkenis van de zaaier uit Mattheüs 13. De 60-voud vrouw pleegt geestelijke hoererij vanuit het hart en denken dat hoort bij de geestelijke status van 60-voud, waarin leugens en dwalingen uit het denken van de mens regeren en niet de 100-voud waarheid van JHWH. De 100-voud vrouw heeft de dwalingen en leugens uit het denken en hart verwijderd en is daardoor gegroeid naar de geestelijke status van 100-voud.
Beide vrouwen komen in deze tekst voor.
Volgens deze tekst mag je een vrouw alleen verstoten vanwege hoererij. Een 60-voud vrouw pleegt geestelijke hoererij, doordat ze zich wendt tot de leugens en dwalingen in haar denken in plaats van de 100-voud waarheid van JHWH die haar wordt onderwezen door de 100-voud. Omdat zij die waarheid heeft afgewezen, is zij verstoten van de geestelijke status van 100-voud. Om die reden moeten we volgens de tekst niet met deze verstoten 60-voud vrouw trouwen. Een 60-voud vrouw moet (geestelijk) verstoten worden, omdat zij geestelijke hoererij pleegt. Met deze vrouw moeten we dus niet één willen worden (zie voor eenwording ook het blog Twee worden één), we moeten ons niet willen verbinden met de geestelijke status van 60-voud en de leugens en dwalingen die daarbij horen. Want als we dat wel doen, dan verhindert dat onze groei naar de geestelijke status van 100-voud.
Volgens deze tekst mag je een vrouw die geen hoererij heeft gepleegd, niet verstoten. Alleen de 100-voud vrouw pleegt geen geestelijke hoererij omdat zij, anders dan de geestelijke status van 30-voud en 60-voud, zich richt op de waarheid van JHWH en niet op de leugens en dwalingen uit het denken van de mens. Een 100-voud vrouw wordt verstoten als de waarheid en wijsheid van JHWH die zij onderwijst wordt afgewezen door de 30- en 60-voud. De tekst zegt dat als we een 100-voud vrouw verstoten en met een andere vrouw (dan blijft de 60-voud vrouw over) trouwen, dat we dan overspel plegen. We plegen geestelijk overspel, omdat we ons verbinden (trouwen) met de andere, 60-voud vrouw en de leugens en dwalingen van de mens die daarbij hoort, in plaats van de waarheid van JHWH die ons door de 100-voud vrouw wordt aangereikt.
Als de tekst zegt dat we overspel plegen als we ons verbinden (trouwen) met een vrouw die is verstoten, dan wordt verwezen naar de 60-voud vrouw die door de leugens en dwalingen in haar denken is verstoten van de geestelijke status van 100-voud. Als we met deze 60-voud vrouw trouwen, dan verbinden we ons met die leugens en dwalingen en dan plegen we geestelijk overspel omdat we voor de leugens en dwalingen uit het denken van de mens kiezen in plaats van de waarheid van JHWH. Geestelijk gezien moeten we ons dus verbinden met de 100-voud vrouw, op die manier groeien we naar de geestelijke status van 100-voud. Als we ons verbinden met een verstoten 60-voud vrouw, en dus met de leugens en dwalingen vanuit het denken van de mens en niet met de waarheid van JHWH, dan verhindert dat onze geestelijke groei en volwassenwording naar de geestelijke status van 100-voud.
Hoe kunnen we ons verbinden met 100-voud? We verbinden ons met 100-voud als we ons richten op de waarheid van JHWH, als we kritisch zijn met wat we als waarheid aannemen in ons denken en hart. We verbinden ons met 100-voud als we de waarheid van het Woord geestelijk leren zien en omarmen. Want het Woord is waarheid en onze enige houvast en het voedt onze geest. En de onderliggende consistente patronen in het Woord die verwijzen naar het Koninkrijk, helpen ons om niet af te wijken. Daarvoor is onderscheid nodig van onderwijs dat we ontvangen: is het onderwijs de waarheid van boven en zien we die bevestigd in de geestelijke betekenis van het Woord die door de patronen in het Woord wordt onthuld? Of is het vanuit interpretatie van de mens (jezelf of een ander) beneden? De Geest van waarheid helpt ons hierbij, als we leren luisteren naar Hem en Zijn Woord in plaats van naar wat in onze eigen gedachten of in de gedachten van anderen is.
(Overigens is de geestelijke betekenis van het woord vrouw natuurlijk van toepassing op fysieke vrouwen én mannen.)