Maar vraag toch de dieren

“Maar vraag toch de dieren, en zij zullen je onderwijzen…”
Job 12:7

“Deze verlaten mierenkolonie onthulde hoe geniaal deze kleine schepseltjes zijn. Mieren leven ondergronds – we zien meestal een relatief kleine uitgang aan de oppervlakte. Maar je zou de structuren die ze daar beneden bouwen, niet geloven. Een groep onderzoekers, gewapend met tonnen cement, zullen het je laten zien.”

“Everything looks like it is designed by an architect, a single mind…”
(Alles ziet eruit alsof het ontworpen is door een architect, een enkel brein…)

Eén enkel brein … het voorbeeld van de dierenwereld in de vorm van een mierenkolonie.

In mijn boek schrijf ik hierover. Een aantal citaten:

“We kunnen pas één, een eenheid, zijn met Jesjoea en de Vader, én met elkaar, als we volledig zijn afgestemd op en in harmonie zijn met het hart, de gedachten en de wil van JHWH.

JHWH heeft ons in Zijn schepping voorbeelden gegeven van deze eenheid. Een zwerm vogels of een school vissen beeldt deze eenheid uit. Het zijn er meer dan één, maar ze vliegen of zwemmen als één, een eenheid. Dat kunnen zij, omdat ze het hart van een dier, een beest, hebben. Hun hart, denken, instinct is afgestemd op één bron: op hun Schepper, en daardoor zijn ze ook één met elkaar. “

“Dieren hebben geen vrije wil om zelf te bedenken of te bepalen, zij reageren op instincten die ze van hun Schepper hebben ontvangen. Het ontvangende brein van de vogel vertelt hem om noordwaarts of zuidwaarts te vliegen en de vogel gehoorzaamt daaraan. Een vogel heeft geen denkproces in zijn brein dat kan ingrijpen of verwarring kan veroorzaken. Een vogel is daarom in harmonie met Zijn Schepper en met zijn soortgenoten. Dat wordt in de fysieke wereld zichtbaar als we naar een vogelzwerm kijken.”

“Dieren zijn in dat opzicht dus ons voorbeeld. Een dier doet waar het voor gemaakt is en komt daarom tot zijn bestemming en zijn doel. Dieren kunnen niet anders dan hun instinct, dat JHWH hen heeft gegeven, gehoorzamen, want dieren denken niet en hebben geen vrije wil. Mensen hebben wel een vrije wil en zijn daardoor, in tegenstelling tot dieren, in staat om ervoor te kiezen om hun Schepper bewust te leren kennen. Als we leren om met onze vrije wil de juiste keuze te maken. We kunnen er namelijk ook voor kiezen om het niet te doen. Dieren kunnen niet cognitief redeneren. Hun brein is een ontvanger en geen zender. Dieren hebben het nooit fout, omdat ze geen denkproces in hun hersenen hebben dat kan ingrijpen en verwarring kan veroorzaken. Als we problemen zien bij dieren, zoals we bijvoorbeeld zien bij bijen in deze huidige tijd, dan is dat omdat de mens in de natuur heeft ingegrepen. De mens heeft de mogelijkheid tot denken gekregen, dat hoort bij het geschenk van vrije wil. En met ons denken zijn we erin geslaagd om verwarring en chaos te scheppen, en om te verwoesten wat JHWH ons had gegeven om te beschermen. Wij moeten leren om met onze vrije wil de juiste keuzes te maken: keuzes van 100-voud leven en niet van 30- en 60-voud dood. We moeten dus leren om niet meer gericht zijn op onze eigen wil, onze eigen meningen en ons eigen denken. Dat is essentieel voor onze groei op de geestelijke ladder. Dieren vertegenwoordigen 100-voud leven en beelden het hart van JHWH uit.”

USA