De genezing van de blindgeborene

“Nadat Hij dit gezegd had, spuwde Hij op de grond, maakte slijk met het speeksel en streek het slijk op de ogen van de blinde, en Hij zei tegen hem: Ga heen, was u in het badwater Siloam. Hij dan ging weg en waste zich en kwam ziende terug.”
Johannes 9:1, 6-7

Ik geloof dat in de bijbel niets toevallig is. Ook deze handelingen van Jesjoea dus niet. Want ook zonder deze handelingen zou Hij de blindgeborene hebben kunnen genezen. Er is mij eens uitgelegd dat Jesjoea dit deed om de aan de Wet toegevoegde regeltjes van de Joodse leiders te tarten, maar ik geloof dat er meer achter zit. De handelingen van Jesjoea bij dit genezingswonder zijn symbolen die Hij gebruikt om naar een diepere boodschap te verwijzen.

Wat waren deze symbolische handelingen? Jesjoea maakte van de grond, van de aarde, een substantie die Hij op de ogen van de blindgeborene streek. En vervolgens stuurde Hij de blindgeborene (die op dat moment nog steeds blind was) naar water om zich te wassen.

De geestelijke betekenis van aarde verwijst in de bijbel naar de leugens en dwalingen van de aarde beneden, waar de hemel boven verwijst naar de waarheid van JHWH. Het onderscheid tussen hemel en aarde, onder en boven, is bijvoorbeeld zichtbaar in de volgende teksten:

“De eerste mens is uit de aarde, stoffelijk; de tweede Mens is de Heere uit de hemel.” 1 Korinthe 15:47

“Als u nu met Christus opgewekt bent, zoek dan de dingen die boven zijn, waar Christus is, Die aan de rechterhand van God zit. Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn.” Kolossenzen 3:1-2

Volgens deze tekst moeten we niet de dingen van de aarde bedenken, die moeten niet in ons denken zijn. We moeten juist de dingen van de hemel boven bedenken, we moeten ons denken dus vullen met Zijn waarheid.

Nog een aantal teksten die aangeven dat we de dingen van de aarde (leugens en dwalingen dus) niet moeten bedenken:

“En word niet aan deze wereld gelijkvormig.” Romeinen 12:2

“Want de wijsheid van de wereld is dwaasheid bij God.” 1 Korinthe 3:19

“Dood dan uw leden die op de aarde zijn: ontucht, onreinheid, hartstocht, kwade begeerte, en de hebzucht, die afgoderij is.” Kolossenzen 3:5

“De aarde is overgegeven in de hand van de goddeloze.” Job 9:24

Deze leugens en dwalingen van de aarde in ons denken maken ons geestelijk blind, of houden ons geestelijk blind. Met de symbolische handeling waarbij Jesjoea substantie van de aarde op de blinde ogen van de man streek, verwijst Hij dus naar geestelijke blindheid die de geestelijke aarde veroorzaakt. Maar vervolgens stuurt Jesjoea de blinde man naar water. Als je de geestelijke betekenis kent waar water in het Woord naar verwijst, dan is dit een logische symbolische handeling die hier precies bij past. Want water verwijst naar de waarheid van boven en het Woord van waarheid, dat ons denken reinigt van de leugens en dwalingen:

“Mannen, heb uw eigen vrouw lief, zoals ook Christus de gemeente liefgehad heeft  en Zich voor haar heeft overgegeven, opdat Hij haar zou heiligen, door haar te reinigen met het waterbad door het Woord.” Efeziërs 5:25-26

 “Ik zal rein water op u sprenkelen en u zult rein worden. Van al uw onreinheden en van al uw stinkgoden zal Ik u reinigen.” Ezechiël 36:25

 Water verwijst naar de waarheid, het Levende Water, dat Jesjoea, het Levende Woord, ons onderwijst:

 “maar wie drinkt van het water dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst meer krijgen. Maar het water dat Ik hem zal geven, zal in hem een bron worden van water dat opwelt tot in het eeuwige leven.”
Johannes 4:14

Water verwijst dus naar de waarheid van JHWH, de waarheid die we van boven mogen ontvangen. Maar water verwijst tegelijkertijd naar twee, naar de twee geestelijke statussen van 100-voud geestelijke volwassenheid: de geestelijke koning en de geestelijke priester, die dit water van de waarheid onderwijzen aan de mensen van de geestelijke aarde. Voor lezers van dit blog die mijn boek niet hebben gelezen: meer over 100-voud, geestelijke koning en priester beschrijf ik in mijn boek. Het Hebreeuwse woord dat met water wordt vertaald is majim. Dit is een duaal woord, met een uitgang dus die altijd naar twee verwijst. Ik geloof dat ook dat weer niet toevallig is. De grammaticale vorm van dit woord geeft een verborgen verwijzing naar de twee geestelijke statussen van geestelijke volwassenheid, die het water van de waarheid bezitten en onderwijzen aan de mensen van de geestelijke aarde, zodat dit water de leugens en dwalingen in hun denken weg wast.

De tekst van Johannes 9 zegt dat de blindgeborene pas genas toen hij zich in water waste. Toen Jesjoea het slijk op zijn ogen streek, genas de blindgeborene nog niet. Hij moest eerst naar het water van de waarheid, om zich van de leugens en dwalingen van de aarde schoon te laten wassen zodat hij (geestelijk) zicht kreeg. Door het smeren van de aarde op de blinde ogen van de man, beeldde Jesjoea uit dat we geestelijk blind kunnen zijn door de leugens en dwalingen in ons denken. Daarom genas de blindgeborene pas toen hij zich waste in het water van de waarheid.

Ik geloof dat dit tekstgedeelte uit Johannes 9 een letterlijke gebeurtenis in de geschiedenis beschrijft, maar ook dat de tekst aanwijzingen geeft dat hier tegelijkertijd wordt verwezen naar een dieper geestelijk principe. Jesjoea noemt Zichzelf in vers 5 het Licht van de wereld, dat kan niet toevallig zijn in deze context. Een blinde ziet het licht niet, een geestelijk blinde ziet het Licht van Jesjoea niet. Daarnaast geeft de tekst niet aan dat Jesjoea de blinde genas, maar dat Hij zijn ogen opende. Dit verwijst naar het openen van onze geestelijke ogen, als we dieper, geestelijk zicht krijgen. Door (geestelijke) genezing worden (geestelijke) ogen geopend voor het Licht. Verder zegt Jesjoea in vers 39 dat Hij in de wereld gekomen is opdat zij die niet zien, zien zouden. Dit bedoelt Hij niet letterlijk, Hij doelt hiermee op geestelijk zicht. Want Hij zegt in dat vers ook dat zij die zien, blind zouden worden. En in vers 40 begrepen de Farizeeën heel goed dat dit geestelijk bedoeld was, omdat zij direct vroegen: “zijn wij dan soms ook blind?”.

Onze fysieke ogen zijn gemaakt om de fysieke dingen van de wereld te zien. Maar met onze geestelijke ogen kunnen we de onzichtbare, geestelijke dingen zien. En 2 Korinthe 4:18 geeft aan dat onze focus deze onzichtbare dingen moet zijn:

“Wij houden onze ogen immers niet gericht op de dingen die men ziet, maar op de dingen die men niet ziet; want de dingen die men ziet, zijn tijdelijk, maar de dingen die men niet ziet, zijn eeuwig.”

Om deze dingen te kunnen zien, moeten onze geestelijke ogen open gaan. Toen Paulus in Handelingen 9 op zijn weg naar Damascus een ontmoeting kreeg met Jesjoea, werd hij blind. Geestelijk was hij al blind, als fysiek symbool werd hij vervolgens ook fysiek blind. Na 3 dagen werden zijn fysieke en geestelijke ogen geopend, toen hij door handoplegging van Ananias werd gevuld met de Geest van waarheid (Handelingen 9:17-18, Johannes 14:16-17). Ook hier komt weer letterlijk/fysiek en geestelijk samen.

Het principe waar dit tekstgedeelte uit Johannes 9 naar verwijst, staat niet op zichzelf. Het komt terug in andere teksten in het Woord. Twee voorbeelden: bij de voetwassing in Johannes 13 wast Jesjoea het stof van de aarde van de voeten van de discipelen af met water. In de geestelijke betekenis van deze gebeurtenis, wast Jesjoea met het water van de diepere geestelijke waarheid van Zijn Woord het stof van de leugens en dwalingen in ons denken weg. En in 2 Koningen 5:10 moest Naäman zich wassen in water om genezen te worden van melaatsheid. Melaatsheid verwijst naar zonde en dus naar leugens en dwalingen in ons denken, dat de kern van zonde is (zie o.a. Genesis 6:5 waar als reden voor de zondvloed onze ‘gedachtespinsels van het hart’ wordt genoemd). Dit leg ik uitgebreider uit in mijn boek. Het water van de waarheid zal de leugens en dwalingen uit ons denken weg wassen.

USA