Zijn we al op Zijn berg?

“Zend Uw licht en Uw waarheid; laten die mij leiden, mij brengen tot Uw heilige berg en tot Uw woningen.” Psalm 43:3

In deze tekst bidt de psalmdichter om Zijn waarheid, in de wetenschap dat die waarheid hem zal brengen tot Zijn heilige berg en tot Zijn woningen. De geestelijke betekenis van berg verwijst naar Zijn gedachten, die hoger zijn dan de gedachten van de mens (Jesaja 55:8). Het onderwijs van Zijn waarheid leidt ons naar Zijn gedachten. En het overnemen van Zijn gedachten, Zijn waarheid, in ons denken is het proces van de vernieuwing van ons denken (Efeziërs 4:23). Dit zorgt voor geestelijke groei naar geestelijke volwassenheid: de 100-voudige geestelijke vrucht uit de gelijkenis van de zaaier (Mattheüs 13).

Berg verwijst in de bijbel naar boven, naar wat boven is. En dit is verbonden met de 100-voudige vrucht uit de gelijkenis van de zaaier. Mozes klom omhoog om JHWH op een berg te ontmoeten (Exodus 19:3), dat kunnen we in de diepere geestelijke betekenis verbinden met het omhoog klimmen op de geestelijke ladder naar geestelijke volwassenheid (100-voudige vrucht). Jesjoea trok Zich vaak terug op een berg om bij Zijn Vader te zijn (Mattheüs 14:23, Lukas 6:12). Ook de verheerlijking in Lukas 9 was ook op een berg. De psalmdichter verklaart in Psalm 121:1 dat hij zijn ogen opslaat naar de bergen, omdat daar zijn hulp vandaan zal komen. Jesaja 11:9 en 65:25 vertellen ons dat er geen kwaad of verderf is op Zijn heilige berg. Kwaad en verderf zijn verbonden met de 30- en 60-voudige vrucht uit de gelijkenis van de zaaier. Ze verwijzen naar een denken dat (nog) niet (volledig) is gevuld met Zijn gedachten en die dus verderfelijke gedachten vanuit de mens bevat. Als we de 100-voud fase van geestelijke groei hebben bereikt, dan is er geen kwaad en verderf meer in ons denken.

De tempel van Salomo, waar JHWH Zijn intrek nam, was gebouwd op een berg (2 Kronieken 3:1). Als JHWH daar Zijn intrek neemt, dan betekent dit in geestelijk opzicht dat dit huis, deze tempel, volledig Zijn gedachten bevat. Want de geestelijke betekenis van huis en tempel (het huis van JHWH) verwijst naar ons denken. Dat kunnen we onder andere afleiden uit het feest van de ongezuurde broden (Exodus 12), dat verwijst naar de noodzaak om het zuurdeeg uit ons huis (ons denken) te verwijderen. Jesjoea verbindt zuurdeeg in Mattheüs 16 aan het onderwijs van de Farizeeën en Saduceeën, dat dwaling was: gedachten en opvattingen vanuit de mens dus en niet Zijn gedachten. Het feest van de ongezuurde broden verwijst naar de noodzaak om die leugens en dwalingen, de gedachten en opvattingen vanuit de mens, te verwijderen uit ons denken. Dat de geestelijke betekenis van huis naar ons denken verwijst, kunnen we ook afleiden uit de gelijkenis van het huis (denken) op de Rots (dat naar de Messias verwijst) uit Mattheüs 7. En we kunnen het afleiden uit de tempelreiniging uit Marcus 11, die verwijst naar het feit dat Jesjoea ons huis of tempel (denken) een rovershol vindt, omdat het verderfelijke gedachten vanuit de mens bevat. Maar ook dat Hij die wil reinigen door de waarheid van Zijn Woord (Efeziërs 5:26).

Als ons denken dus volledig is gevuld met Zijn gedachten en geen verderfelijke gedachten vanuit de mens meer bevat, dan hebben we een 100-voud tempel of huis en zijn we op de 100-voud berg. In Jesaja 55:12 breken de bergen uit in gejuich. Groeien naar geestelijke volwassenheid door de vernieuwing van ons denken (Efeziërs 4:23) brengt vreugde. Het bevrijdt ons van leugens en dwalingen en geeft leven. “Daarom, hoe kostbaar zijn mij Uw gedachten, o God.” Psalm 139:17

Wat wordt in de tekst van Psalm 43:3 bedoeld met Zijn woningen? Met Zijn woning, of Zijn huis, wordt vaak gedacht aan de tempel. Maar in deze tekst wordt een meervoud gebruikt: Uw woningen. Dit kan dus niet verwijzen naar de tempel, want die is enkelvoud. Wat zijn dan die woningen?

“In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; als dat niet zo was, zou Ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken.” Johannes 14:2

Ook in Johannes 14 heeft Jesjoea het over woningen, meervoud dus. We hebben hierboven gezien dat Zijn woningen verwijst naar Zijn denken. Maar waarom meervoud? Het verwijst naar ieder denken, dus ieder ‘huis’, dat volledig Zijn gedachten bevat. Iedereen wiens gedachten Zijn gedachten zijn (Jesaja 55:8). Iedereen dus, die in denken en hart volledig één is met Hem. En dat zullen er velen zijn!

“Opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn.” Johannes 17:21.

We kunnen alleen volledig één zijn in Hem. En we zijn pas één als we volledig in Hem zijn. Jesjoea vergelijkt in Hem zijn met hoe Hij in de Vader is en de Vader in Hem. Volkomen één met elkaar, niet te scheiden en niet te onderscheiden. Waar je de Zoon ziet, daar zie je de Vader en waar je de Vader ziet, daar zie je de Zoon. “Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien” Johannes 14:9.

Hoe uit zich dat?

“De Zoon kan niets van Zichzelf doen, als Hij dat niet de Vader ziet doen, want al wat Deze doet, dat doet ook de Zoon op dezelfde wijze.” Johannes 5:19
We handelen niet meer vanuit onszelf, maar vanuit Hem.

“De woorden die Ik tot u spreek, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar de Vader, Die in Mij blijft, Die doet de werken.” Johannes 14:10
We spreken niet meer vanuit onszelf, maar vanuit Zijn denken en hart in ons.

 “Ik kan van Mijzelf niets doen. Zoals Ik hoor, oordeel Ik en Mijn oordeel is rechtvaardig, want Ik zoek niet Mijn wil, maar de wil van de Vader, Die Mij gezonden heeft.” Johannes 5:30
We zoeken niet meer onze eigen wil, maar de wil van de Vader. En daarom oordelen we ook niet meer vanuit onszelf en is ons oordeel derhalve rechtvaardig.

Dat is één zijn: één van gedachten en één van hart met Hem en, alleen daardoor, met elkaar. En dat is de 100-voud fase van geestelijke groei (vrucht) uit de gelijkenis van de zaaier (Mattheüs 13).

Hoe worden we één, hoe verkrijgen we zo’n woning? Jesjoea maakt het voor ons gereed (Johannes 14:2). We kunnen deze woning alleen betrekken door Hem, door ons denken en hart te laten vernieuwen (Efeziërs 4:23), te laten reinigen (Efeziërs 5:26), door de waarheid van Zijn onderwijs. Zijn licht en Zijn waarheid uit Psalm 43:3.
“Ik zal hun één hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven.”
Ezechiël 11:19
“als u Hem tenminste gehoord hebt en door Hem bent onderwezen, zoals de waarheid in Jezus is (…) en dat u vernieuwd wordt in de geest van uw denken.” Efeziërs 4:21, 23

Alleen door Hem, alleen in Hem, alleen met Hem:
“Blijf in Mij, en Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet in de wijnstok blijft, zo ook u niet, als u niet in Mij blijft. Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen.” Johannes 15:4-5

“Die draagt veel vrucht” verwijst naar de 100-voudige vrucht uit de gelijkenis van de zaaier: “En weer een ander deel viel in de goede aarde en gaf vrucht, het ene honderd-, het andere zestig-, en een ander dertigvoudig.” Mattheüs 13:8

De diepere geestelijke betekenis van Psalm 43:3 wordt duidelijker als we de tekst als volgt ‘hervertalen’:
Onderwijs mij met Uw waarheid; laat Uw waarheid mij leiden en brengen tot, veranderen naar, eenwording met het denken en hart van JHWH en eenwording met het denken en hart van iedereen die in denken en hart één is met Hem.

De vruchten uit de gelijkenis van de zaaier vormen een meetlat waaraan we de geestelijke groei van ons denken en hart kunnen meten. De vraag die ons dus rest is: zijn we al op Zijn berg? Of kunnen we ‘m in de verte zien liggen? Zijn we zo dichtbij dat we de contouren al kunnen zien? Of is het nog een kleine stip, ver aan de horizon?

_______

De bijbelse begrippen en principes in dit blog worden uitgebreider onderbouwd en uitgelegd in mijn boek.

USA