“En ik zal een bete broods langen, dat Gij Uw hart sterkt; daarna zult Gij voortgaan…” Genesis 18:5 uit de oude Statenvertaling. Nieuwere vertalingen vertalen het woord ‘hart’ weg, dat wel in de Hebreeuwse grondtekst staat. Geestelijk brood sterkt ons hart.
Het Hebreeuwse woord akal (strongnummer 398), een woord dat veel wordt gebruikt in de bijbel, heeft de betekenis van eten maar ook van verteren of vernietigen. Dit Hebreeuwse woord wordt in beide betekenissen in bijbelteksten gebruikt: het eten van voedsel en het verteren of vernietigen door bijvoorbeeld vuur of het zwaard. Deze betekenissen lijken totaal verschillend te zijn maar zijn toch met elkaar verbonden, getuige het gebruik van één en hetzelfde Hebreeuwse woord. Als je voedsel eet, dan wordt het verteerd: spijsvertering. Maar in de diepere geestelijke betekenis waar dit woord naar verwijst, zijn deze betekenissen ook met elkaar verbonden.
De diepere geestelijke betekenis van woorden als vernietigen en verteren verwijst naar het vernietigen van leugens en dwalingen in ons denken en hart, waardoor we geestelijk gaan leven. Het ‘eten’ van geestelijk brood van de waarheid (Johannes 6:48-58), de diepe waarheid van Zijn Woord, vernietigt die leugens en dwalingen in ons denken en hart. De betekenis van bijbelteksten waarin oorlog of strijd is, en waarin mensen worden vernietigd of gedood, verwijst geestelijk dieper door naar de strijd in ons denken, naar de vernietiging van de leugens en dwalingen in ons denken. Dat zet ik hier misschien wat kort door de bocht neer, maar in mijn boek leg ik dit uitgebreider uit en geef ik voorbeelden van bijbelteksten waar dit uit blijkt. JHWH wil ons leven niet vernietigen, Hij wil ons juist leven geven! En overwinningen in deze geestelijke strijd, geven ons (geestelijk) leven (Johannes 6:50-51, Openbaring 2:7, 11).
De geestelijke strijd en oorlog vindt plaats in ons denken; het is de strijd tussen Zijn waarheid en de leugens en dwalingen in ons denken. Het voorwerp van geestelijke vernietiging, of de geestelijke vijand die overwonnen moet worden, zijn de leugens en dwalingen in ons denken. Die maken ons ‘vijandig gezind’, of zoals de KJV vertaalt: ‘enemies in your mind’ (vijanden in je denken) (Kolossenzen 1:21). En eigenlijk maken deze ons een vijand van onszelf. Want we zouden moeten willen dat deze vernietigd worden, omdat ze onze groei naar geestelijke volwassenheid, naar Zijn beeld (Efeziërs 4:15), belemmeren. Maar het woord strijd geeft al aan dat het vernietigen van leugens en dwalingen door Zijn waarheid niet per definitie een gemakkelijk proces is. Zijn waarheid, het hemelse brood, confonteert leugens en dwalingen in ons denken waar we misschien om een of andere reden wel aan vast willen houden. Maar Zijn waarheid is wat ons vrijmaakt (Johannes 8:32). Het ‘eten’ van Zijn geestelijk brood geeft overwinning in deze strijd. Als we Zijn waarheid ‘eten’ (akal), dan laten we Hem tegelijkertijd de leugens en dwalingen in ons denken ‘vernietigen’ (akal).
We zien dit principe terug in de Hebreeuwse woorden lacham (strongnummer 3898) en lechem (strongnummer 3899). Lacham wordt voornamelijk met oorlog of strijd vertaald, maar het wordt ook gebruikt in de betekenis van eten. Dit Hebreeuwse woord is het grondwoord van het bekende lechem (strongnummer 3899), dat brood betekent. Beide woorden hebben dezelfde stam (l-ch-m) en zijn dus qua betekenis met elkaar verbonden. De geestelijke strijd of oorlog (lacham), wordt gevochten met het geestelijk brood (lechem): Zijn Woord, het zwaard van de Geest (Efeziërs 6:17).
“Wie overwint, hem zal Ik te eten geven van de Boom des levens, die midden in het paradijs van God staat.” Openbaring 2:7