Naar Zijn hart

“De HEERE heeft een man naar Zijn hart voor Zich uitgezocht, en de HEERE heeft hem de opdracht gegeven een vorst te zijn over Zijn volk, omdat u niet in acht genomen hebt wat de HEERE u geboden had.” 1 Samuel 13:14

Een man naar Zijn hart. Wat kunnen we weten over Zijn hart?

In het blog ‘De stenen tafelen’ leg ik uit dat de ark van het verbond verwijst naar het denken en hart. In de ark lag de Torah (1 Koningen 8:9), geschreven op de twee stenen tafelen. Dit verwijst naar Zijn Torah die in ons denken en hart moet zijn (Deuteronomium 6:6-8; ‘tussen uw ogen’ verwijst naar ons denken). Wat zegt dit over Zijn hart?

In Exodus 20 lezen we wat op de stenen tafelen geschreven was. Er staat steeds: “U zult niet..”, of woorden van gelijke strekking. In het Hebreeuws begint (behalve één uitzondering) elk gebod met: “lo…”, en dat betekent ‘niet’. Deze tien geboden geven dus aan wat er ‘niet’ in het hart van God is, en dus wat er ‘niet’ in ons hart moet zijn als we een man (of vrouw) naar Zijn hart willen zijn.

Zijn hart:
Dient géén afgoden
Maakt géén beelden
Maakt géén misbruik van Zijn Naam
Doet géén werk op de sjabbatsdag
Heeft eerbied voor ouders (de enige uitzondering op ‘lo’)
Moordt niét
Pleegt géén overspel
Steelt niét
Spreekt géén vals getuigenis
Begeert niét wat van een ander is

Dit zijn dus de eigenschappen van een hart dat naar Zijn hart is. Nu zal je bij sommige geboden misschien denken: die overtreed ik niet zo gemakkelijk, die eigenschap heb ik al in de pocket. Ik moord niet, ik steel niet, ik pleeg geen overspel… Besef dan, dat deze eigenschappen van Zijn hart niet (alleen) letterlijk bedoeld zijn. Dat legt Jesjoea ons uit in bijvoorbeeld:

Mattheüs 5:21-22: “U hebt gehoord dat tegen het voorgeslacht gezegd is: U zult niet doden; en: Wie doodt, zal door de rechtbank schuldig bevonden worden. Maar Ik zeg u: Al wie ten onrechte boos is op zijn broeder, zal schuldig bevonden worden door de rechtbank. En al wie tegen zijn broeder zegt: Raka! zal schuldig bevonden worden door de Raad; maar al wie zegt: Dwaas! die zal schuldig bevonden worden tot het helse vuur.”

Of:

Mattheüs 5:27-28: “U hebt gehoord dat tegen het voorgeslacht gezegd is: U zult geen overspel plegen. Maar Ik zeg u dat al wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, in zijn hart al overspel met haar gepleegd heeft.”

We doden dus niet alleen als we letterlijk iemand vermoorden, we doden ook als we onterecht boos zijn op iemand of iemand uitschelden. Dit zijn namelijk woorden die uit ons hart voortkomen:

“Want uit het hart komen voort kwaadaardige overwegingen, alle moord, overspel, ontucht, diefstal, valse getuigenissen, lasteringen.” Mattheüs 15:19

En ook het ‘niet’ maken van (afgods)beelden is niet alleen letterlijk bedoeld. De meesten van ons zullen niet zo gauw een tastbaar afgodsbeeld maken en daarvoor neerbuigen. Maar welke (valse) beelden hebben we in ons hart? Welke leugens en dwalingen in ons hart verhinderen ons om een man of vrouw te zijn naar Zijn hart?

“Nu dan, doe de vreemde goden weg die te midden van u zijn, en richt uw hart op de HEERE, de God van Israël.” Jozua 24:23

USA