“Want er zijn ontmanden die uit de moederschoot zo geboren zijn; en er zijn ontmanden die door de mensen ontmand zijn; en er zijn ontmanden die zichzelf ontmand hebben om het Koninkrijk der hemelen. Wie dit vatten kan, laat die het vatten.”
Mattheüs 19:12
In Mattheüs 19 vinden we onderwijs van Jesjoea over echtscheiding. Jesjoea verwijst in Zijn onderwijs naar een diepere betekenis, die zijn toehoorders niet goed begrepen. Jesjoea zegt: “Niet allen vatten dit woord, maar alleen zij aan wie het gegeven is” en “wie dit vatten kan, laat die het vatten”. In Mattheüs 13 geeft Jesjoea hetzelfde antwoord op de vraag van Zijn discipelen waarom Hij in gelijkenissen spreekt. Ook daar zegt Hij dat het niet aan iedereen gegeven is om Zijn onderwijs te begrijpen (Mattheüs 13:11). In een eerder blog heb ik uitgelegd op welke diepere betekenis Jesjoea doelde met Zijn onderwijs over echtscheiding. In dit blog ga ik verder met de tekst over ontmanden.
De tekst noemt drie verschillende ontmanden. Het woord dat in deze tekst wordt vertaald met ontmande is eunuch (eunuchos). In het Nieuwe Testament komt dit woord alleen nog voor in Handelingen 8. Daar wordt dit woord gebruikt in een context van geestelijk zicht krijgen op de diepere betekenis van het Woord. In Handelingen 8 is de eunuch een machtig heer, wiens geestelijke ogen door de uitleg van Filippus geopend werden waardoor hij de diepere betekenis van het Woord begreep en kon zien hoe de Geschriften bewijzen dat Jesjoea de Messias is. De diepere betekenis begrijpen we pas als onze geestelijke ogen geopend worden, zoals ook gebeurde bij de Emmaüsgangers in Lukas 24. In de context van Handelingen 8 verwijst de geschiedenis van de kamerheer naar het geestelijk volwassen worden door het aannemen van de waarheid van JHWH, die werd onderwezen door de (in deze context) geestelijk volwassen Filippus. Het Hebreeuwse woord in het Oude Testament dat met eunuch wordt vertaald, is het woord met strongnummer 5631. Dit woord wordt ook in het Oude Testament gebruikt voor een hooggeplaatste dienaar, een hoveling. De geestelijke betekenis van het woord eunuch of ontmande, verwijst dus duidelijk naar een hoge geestelijke status, naar geestelijke volwassenheid. Dat is de geestelijke status van 100-voud uit de gelijkenis van de zaaier van Mattheüs 13. De dertigvoudige, zestigvoudige en honderdvoudige vrucht uit de gelijkenis van de zaaier vertegenwoordigen gradaties van geestelijke groei naar geestelijke volwassenheid van het Koninkrijk.
De eerstgenoemde ontmanden in de tekst van Mattheüs 19 worden genoemd in een context van geboren en moederschoot. Geboorte verwijst naar geestelijke wedergeboorte in de geestelijke status van 100-voud, van geestelijke volwassenheid. Een moeder is waar we allemaal vandaan komen en die we op een bepaald moment ook weer zullen verlaten om verder te groeien (Genesis 2:24). De geestelijke betekenis van moeder verwijst naar de lagere geestelijke statussen van 30-voud en 60-voud, waar we vandaan komen en vanwaar we verder kunnen groeien naar 100-voud geestelijke volwassenheid. Deze tekst uit Mattheüs 19 vertelt ons dat geestelijke ontmanden voortkomen uit de moederschoot van 30-voud en 60-voud en van daaruit geboren worden in, groeien naar, de geestelijke status van 100-voud. Hier wordt dus verwezen naar het proces van geestelijke groei naar geestelijke volwassenheid.
De tekst noemt een tweede groep ontmanden, die door mensen ontmand zijn. We hebben gezien dat een ontmande verwijst naar de geestelijke status van 100-voud geestelijke volwassenheid. We kunnen deze gradatie van geestelijke groei volgens deze tekst dus bereiken door mensen. In deze context wordt verwezen naar geestelijk volwassen mensen die, net zoals Filippus uit Handelingen 8, de waarheid van JHWH en de diepere betekenis van het Woord onderwijzen. Het onderwijs van deze mensen geeft de 30- en de 60-voud de mogelijkheid om te groeien naar de geestelijke status van 100-voud geestelijke volwassenheid, als ze dit onderwijs als waarheid aannemen.
De laatste in de tekst genoemde ontmanden worden genoemd in de context van het Koninkrijk. Dit is een duidelijke aanwijzing dat dit onderwijs van Jesjoea (zoals praktisch al Zijn onderwijs) betrekking heeft op het Koninkrijk, het Koninkrijk in ons (Lukas 17:20-21). We moeten de betekenis van deze tekst dus zoeken in relatie tot het Koninkrijk, zoals we hierboven ook hebben gedaan. Een ontmande verwijst naar een geestelijke status van het Koninkrijk. Zoals we hebben gezien, verwijst het woord ontmande naar een hoge geestelijke status, naar geestelijke volwassenheid. In deze tekst wordt het ‘Koninkrijk der hemelen’ gebruikt. De geestelijke betekenis van hemel verwijst naar de geestelijke status van 100-voud (aarde verwijst naar de geestelijke statussen van 30-voud en 60-voud). Dit leg ik uit in mijn boek, in hoofdstuk ‘Boven en beneden’. Dit is nog een aanwijzing dat de geestelijke betekenis van een ontmande verwijst naar de status van geestelijke volwassenheid. De tekst geeft aan dat je in het Koninkrijk der hemelen komt, dus de geestelijke volwassenheid van 100-voud bereikt, als je jezelf ‘ontmant’. Het is belangrijk om te begrijpen wat er nodig is om geestelijk verder te kunnen groeien. Om geestelijk verder te kunnen groeien, moet je je van iets ‘ontdoen’. Jezelf ontmannen betekent dat je je ontdoet van de zonde, van de leugens en dwalingen in je denken en je hart, en Zijn waarheid aanneemt zodat je groeit naar de geestelijke status van 100-voud ontmande of eunuch. Om geestelijk verder te kunnen groeien, naar geestelijke volwassenheid, is het noodzakelijk om alle leugens en dwalingen uit ons denken en ons hart te verwijderen. Leugens en dwalingen zijn in de kern wat het begrip zonde inhoudt. We leven en handelen vanuit wat er in ons hart en denken is. Ook dit wordt uitgebreid uitgelegd in mijn boek.
De tekst uit Mattheüs 19 zegt dus dat een geestelijk ontmande, een 100-voud geestelijk volwassene, wordt geboren, voortkomt, uit de 30- en 60-voud moeder, geestelijk is gegroeid door het aannemen van het onderwijs van de waarheid van andere 100-voud geestelijk volwassenen en de leugens en dwalingen uit zijn hart en denken heeft verwijderd.
Dat algemeen bekend is dat eunuchs letterlijk (behoorlijk) in het vlees gesneden zijn, kan een bevestiging zijn van de geestelijke betekenis waar het begrip eunuch of ontmande in het Woord naar verwijst. Het is een buitenbijbels gegeven en kan dus slechts dienen als ondersteuning van wat we in het Woord zelf al terugvinden. Ontmannen heeft een verband met de besnijdenis. De vleselijke besnijdenis verwijst naar de besnijdenis van het hart (zie o.a. Romeinen 2) en dat is het ‘wegsnijden’ (verwijderen) van de zonde, van de leugens en dwalingen (het vlees) in ons denken en hart, waardoor we groeien naar de geestelijke status van 100-voud geestelijke volwassenheid, met als einddoel dat we gaan lijken op Jesjoea de Messias.
“maar dat wij, door ons in liefde aan de waarheid te houden, in alles toe zouden groeien naar Hem Die het Hoofd is, namelijk Christus.” Efeziërs 4:15