Hoe zullen zij horen, zonder iemand die predikt?

“HEERE, wie zal verblijven in Uw tent? Wie zal wonen op Uw heilige berg? Hij die oprecht wandelt en gerechtigheid beoefent, die met zijn hart de waarheid spreekt.” Psalm 15:1-2

In mijn vorige blog schreef ik dat Psalm 15 vooral lijkt te gaan om onze daden, omdat er staat dat wie deze daden doet in Zijn tent zal verblijven en zal wonen op Zijn heilige berg en voor eeuwig niet zal wankelen. Maar, legde ik uit, ook dit Schriftgedeelte verwijst weer dieper door naar ons hart en denken. En er zit nog een diepere geestelijke verwijzing in de specifieke daden die in Psalm 15 genoemd worden.

De diepere geestelijke betekenis van de daden die in deze psalm genoemd worden, verwijst naar het onderwijzen van Zijn waarheid die harten en gedachten verandert (Hebreeën 4:12). In de diepere geestelijke betekenis vertelt deze psalm ons dat we Zijn waarheid zullen onderwijzen als we verblijven in Zijn tent (Zijn gedachten). En deze twee zaken zijn nauw met elkaar verbonden, het één kan niet zonder het ander. Want om volmaakt Zijn waarheid te kunnen onderwijzen, zonder dat deze in welke mate dan ook is vermengd met leugens en dwalingen vanuit het denken van de mens, moeten we volledig in Zijn denken zijn, moeten Zijn gedachten volledig onze gedachten zijn (Jesaja 55:8). En dat is hét kenmerk waarmee we de honderdvoudige geestelijke vrucht uit de gelijkenis van de zaaier kunnen onderscheiden van de dertigvoudige en de zestigvoudige vrucht. Bij de honderdvoudige vrucht zijn geen leugens en dwalingen vanuit de mens meer in het denken, waardoor zuiver de waarheid van JHWH wordt onderwezen. In de bijbelstudie op mijn website leg ik uitgebreider uit hoe de vruchten uit de gelijkenis van de zaaier verwijzen naar geestelijke groei.

Naast de focus op de eeuwige dingen die we niet zien (2 Korinthe 4:18) en het zoeken van Zijn Koninkrijk binnenin ons, in ons hart en denken (Mattheüs 6:33, Lukas 17:21), spoort de bijbel ons ook aan tot het verkondigen, onderwijzen, van Zijn waarheid. En niet alleen in het Nieuwe Testament. 1 Kronieken 16:23 zegt dat we de boodschap van Zijn heil elke dag moeten vertellen, Psalm 9:2 zegt dat we van Zijn wonderen zullen vertellen en Psalm 96:10 dat we de heidenen moeten vertellen dat Hij regeert. Exodus 35:34 maakt duidelijk dat het JHWH is Die in ons hart het vermogen geeft om anderen te leren (zie ook Handelingen 1:8). En in Mattheüs 10:7, 24:14 en Markus 16:15 zegt Jesjoea dat we het evangelie moeten verkondigen. Welk evangelie? Het evangelie dat Hij Zelf verkondigde, het evangelie van het Koninkrijk (Mattheüs 9:35, Lukas 4:43), het Koninkrijk binnen in ons (Lukas 17:21), in ons hart en denken. Want: “hoe zullen zij horen, zonder iemand die predikt?” (Romeinen 10:14).

Hoe verwijst de diepere geestelijke betekenis van de daden die in Psalm 15 worden genoemd naar het onderwijzen van Zijn waarheid?

hij die oprecht wandelt …

In de bijbel wordt wat afgereisd: heen en weer, maar ook op en neer in de hemelse gewesten (2 Koningen 2:11, Daniël 10, Johannes 3:31, Jakobus 1:17, Openbaring 4:1). De diepere geestelijke betekenis van deze bewegingen verwijst naar onze geestelijke bewegingen en dat is wat ‘beweegt’ vanuit ons hart en denken, van de één naar de ander. Het verwijst naar het ‘bewegen’, het uitwisselen, van gedachten van ons hart (Genesis 6:5), onze meningen en opvattingen, of van Zijn hart. Het verwijst dus naar het onderwijzen van (geestelijke) leugens en dwalingen, of van Zijn waarheid. We wandelen (bewegen) oprecht, als we Zijn waarheid onderwijzen en geen (geestelijke) leugens en dwalingen vanuit het denken van de mens. Dan verkondigen we het zuivere evangelie van het Koninkrijk. Efeziërs 6:15 zegt dat onze voeten geschoeid moeten zijn met de bereidheid van het evangelie. En Paulus zegt in Romeinen 10:15: “Hoe lieflijk zijn de voeten van hen die vrede verkondigen, van hen die het goede verkondigen!” Hij verwijst hier naar Jesaja 52:7 “Hoe lieflijk zijn op de bergen de voeten van hem die het goede boodschapt, die vrede laat horen, die een goede boodschap brengt van het goede, die heil laat horen, die tegen Sion zegt: Uw God is Koning.” En in deze tekst zien we de berg weer terug, die verwijst naar Zijn denken (zie mijn blog Zijn we al op Zijn berg). Onze voeten zijn dus lieflijk als we vanuit Zijn denken Zijn waarheid onderwijzen. Als we spreken, dan moeten we Zijn woorden spreken (1 Petrus 4:11).

… en gerechtigheid beoefent

We beoefenen gerechtigheid als we door het verkondigen, onderwijzen, van Zijn waarheid anderen de gelegenheid geven om Zijn waarheid aan te nemen in hun denken en hart en daardoor geestelijk te groeien naar de honderdvoudige vrucht uit de gelijkenis van de zaaier. Gerechtigheid en waarheid zijn met elkaar verbonden in de bijbel (Spreuken 12:17, Jesaja 48:1, Zacharia 8:8, Romeinen 1:18, 2 Thessalonicenzen 2:10, 12). Ongerechtigheid is het verkondigen, onderwijzen, van leugens en dwalingen vanuit het denken van de mens (Romeinen 1:18).

die met zijn hart de waarheid spreekt …

Het spreken (onderwijzen) van de waarheid spreekt voor zich. We spreken vanuit wat er in ons hart is. Is Zijn waarheid in ons hart, dan zullen we waarheid spreken en onderwijzen. Zijn er leugens en dwalingen vanuit de mens in ons hart, dan zullen we leugens en dwalingen spreken en onderwijzen, of dan zal ons onderwijs van Zijn waarheid vermengd zijn met leugens en dwalingen.

… die met zijn tong niet lastert en geen smaad jegens zijn naaste op de lippen neemt

Woorden van laster of smaad komen ook uit ons hart en ze verraden de leugens en dwalingen vanuit de mens die in ons hart zijn. Het verkondigen van leugens en dwalingen vanuit de mens, in plaats van Zijn waarheid, lastert de waarheid van Zijn Woord en daardoor het Levende Woord zelf.

… zijn vrienden geen kwaad doet

We doen anderen kwaad als we hen niet Zijn waarheid onderwijzen, maar leugens en dwalingen vanuit de mens. Of als we Zijn waarheid vermengen met leugens en dwalingen vanuit de mens. Zo verhinderen we hun geestelijke groei naar de honderdvoudige geestelijke vrucht uit de gelijkenis van de zaaier en verhinderen we hun groei naar Zijn beeld (Efeziërs 4:15).

Ik sluit af met een ernstig woord van JHWH in Ezechiël 33:8-9:

“Als Ik tegen de goddeloze zeg: Goddeloze, u zult zeker sterven, en u hebt niet gesproken om de goddeloze te waarschuwen voor zijn weg, dan zal die goddeloze in zijn ongerechtigheid sterven, maar zijn bloed zal Ik van uw hand eisen. Maar wat u aangaat, als u de goddeloze voor zijn weg gewaarschuwd hebt om hem daarvan te bekeren en hij zich niet van zijn weg bekeert, dan zal híj in zijn ongerechtigheid sterven, maar ú hebt uw leven gered.”

Het is dus een ernstige zaak om te zoeken naar Zijn waarheid, om ons denken en hart daarmee te vullen waardoor de leugens en dwalingen verdwijnen; en om vervolgens Zijn zuivere waarheid door te geven aan anderen.

“Predik het Woord. Volhard daarin, gelegen of ongelegen. Weerleg, bestraf, vermaan, en dat met alle geduld en onderricht.” 2 Timotheus 4:2

USA